Artikel : Een Autopoietisch Conflict Model
Autopoiesis

In de theorie van autopoiesis is wat we “zijn” gedefinieerd door wat we hebben geleerd. De belangrijkste slogan in autopoiesis is: leven is leren en vice versa, leren is leven.

De theorie van autopoiesis werd ontwikkeld door de Chileense neurobiologen Humberto Maturana en Francisco Varela. Hun belangrijkste tekstboek heet: The Tree of Knowledge, the Biological Roots of Human Understanding.[2] Volgens autopoiesis is alles, met inbegrip van alles, bepaald en begrensd door onze biologie, zelfs ons begrip. Onze biologische basis is de bottom line voor alles wat we kunnen. Dit is een belangrijke notie. Het komt erop neer dat onze biologische basis de grenzen aangeeft van wat wij kunnen weten en kennen. Dat is op het eerste gezicht misschien niet zo helder, omdat we immers allerlei hulpmiddelen hebben uitgevonden om onze biologische basis als het ware te omzeilen. Zo weten we dat ultraviolet licht bestaat dankzij onze wetenschappelijke kennis en instrumenten, terwijl in het dagelijkse leven de zichtbaarheid ervan nihil is. Toch is het van belang ook hier onze biologische grenzen te erkennen. Dat wat wij als kennis accepteren moet in beginsel biologisch mogelijk zijn om ervaren te worden en onze biologische mogelijkheden zijn daarbij de grens, daarbuiten is geen kennis mogelijk, al is het niet uitgesloten dat voor wezens met een andere biologie die er wel zou zijn.[3]

Ik zal hierna de theorie uitleggen voor zover voor ons onderwerp van belang: Een mens is een levend systeem. Hij lijkt in deze wereld te zijn gekomen met relatief weinig bagage, in ieder geval met minder hard wired gedrag dan dieren. Dit levende systeem, we noemen het een persoon, heeft de mogelijkheden om van alles te leren. Dit leerproces gaat voort en houdt nooit op, totdat de persoon sterft. Een pasgeboren baby is nog niet een mens, al is het menselijk en ziet het er zo uit. Een baby heeft de kenmerken waarmee wij hem herkennen als menselijk (organisation). En zo hebben we geleerd om onderscheid te maken tussen katten en mensen. Wij gaan ervan uit dat een baby het potentieel heeft om mens te worden, maar in zijn structuur, de inhoud van wat het is, is het bij de geboorte dat (nog) niet (structure). Het is namelijk onze structuur die ons echt menselijk maakt in de zin dat die bepalend is voor de mogelijkheden van functioneren in de maatschappij. Normaal gesproken heeft een kind de capaciteiten om te leren een mens te worden, vooral door de zeer plastische hersenen. Je kunt het elke vorm van kennis doen leren, van de meest moeilijke fysieke handelingen zoals het spelen van een muziekinstrument of een circusact, of de moeilijkste talen. Er is daarbij een belangrijke voorwaarde. Die is dat het de capaciteiten heeft om zijn structuur aan te passen, zodanig dat gezegd kan worden dat hij leert. Deze capaciteiten zijn biologisch bepaald en beperkt. Dit proces gaat zo ver dat als een menselijke baby niet opgroeit in een menselijke omgeving het niet menselijk zal worden. Om mens te worden, is een menselijke omgeving onontbeerlijk. Een beroemd voorbeeld zijn de wolfkinderen, gevonden in India rond 1920.[4] Deze kinderen waren opgegroeid in een wolventroep en waren wolfjes geworden. Een menselijke baby wordt pas een mens door op te groeien als een mens in een menselijke omgeving. Dit is essentieel circulair.

Om dit duidelijker te maken geef ik een ander voorbeeld. U als lezer heeft Nederlands geleerd. U bent er min of meer goed in, afhankelijk van uw niveau van onderwijs, maar de mogelijkheid om deze tekst te lezen, betekent niet dat u willekeurig welk bijzonder ingewikkeld boek in de Nederlandse taal over bijvoorbeeld een technisch onderwerp kunt lezen. Het vergt aanvullende oefening om op dat niveau te komen.

Dit leerproces wordt gedaan in interactie met de omgeving. In dit proces heet een gebeurtenis die wordt waargenomen door de persoon een impuls (perturbation). Een impuls is een interactie met de omgeving in een structurele koppeling (structural coupling) die een verandering van staat in het systeem activeert. De impuls zorgt dus niet voor deze verandering, maar “triggert” die, is de aanleiding voor het systeem om te werken aan de compensatie van deze impuls. Impulsen worden waargenomen door het systeem, dat wil zeggen de menselijke persoon en verwerkt. Deze verwerking is de behandeling van de impuls zodanig, dat het systeem blijft bestaan en dat de koppeling met de omgeving wordt gehandhaafd (conservation of adaptation). Dus de volgende keer dat eenzelfde impuls wordt waargenomen, zal het systeem (beter) kunnen compenseren voor de impuls. Gedrag is de coördinatie van het systeem om de constante flow van impulsen te compenseren en de structurele koppeling met de omgeving te handhaven en daarop aan te passen. Op deze wijze leert het systeem, zo zou gezien vanaf de buitenkant kunnen worden gezegd. Onder de impulsen zijn er die door het systeem als bedreiging van de structurele koppeling met de omgeving worden gezien en die daarom hoge eisen stellen aan het in stand houden ervan en aan de aanpassing. Als die worden waargenomen heeft het systeem kennelijk even geen adequate reactie ter beschikking. Dit is bij voorbeeld het geval met een conflict.

In de gewone werkelijkheid: Wie heeft geleerd om te zwemmen, heeft geleerd om te compenseren voor de impuls van in het water vallen en zal een betere kans hebben niet te verdrinken. Wie een krijgskunst leert is misschien beter geschikt om te overleven wanneer hij met een overval wordt geconfronteerd. Dit geldt niet alleen voor fysieke, maar ook voor mentale activiteiten, zoals het leren van een taal en het doen van een opleiding van welke soort ook. In autopoiesis is niets uitgesloten als impuls, die wanneer hij wordt gecompenseerd door het systeem, blijkt een leermiddel te zijn, waarbij het systeem de volgende keer dat eenzelfde impuls wordt waargenomen, kan zeggen dat het iets heeft geleerd (cognition). In het dagelijkse leven is ieder mens constant druk bezig om te compenseren voor de impulsen van de omgeving die hij waarneemt, en door zich aan te passen bewijst hij dat hij aan het leren is. Maar soms gebeurt het dat een impuls niet kan worden gecompenseerd en vervolgens is het behoud van aanpassing in gevaar en daarmee de structurele koppeling met de omgeving en uiteindelijk de persoon en diens leven zelf. Het is duidelijk dat er impulsen zijn die niet kunnen worden gecompenseerd omdat de biologische parameters van het menselijk lichaam niet in staat zijn om te leren deze impulsen te compenseren. Van een toren gegooid worden kan niet worden gecompenseerd op enige bekende manier! (structural determination). Hier is het dus de fysieke onmogelijkheid om de impuls te compensenren. U kunt niet leren vliegen. In het water vallen is gevaarlijk als u niet kunt zwemmen, maar als u dat geleerd heeft, heeft u geleerd te compenseren voor een potentieel gevaarlijke impuls. Wij leren in ons leven voor ontelbare impulsen te compenseren, maar sommige ervan, met name voor de impulsen die tot conflict leiden lijkt het in het dagelijks leven heel erg moeilijk om dat te leren. Wellicht heeft u herkenning bij de observatie dat in uw omgeving sommige mensen maar steeds dezelfde soort conflicten over zich afroepen en er maar niet van lijken te leren. Veel lezers zullen misschien ook in staat zijn om de observatie te maken over vrienden die weer trouwen, dat de nieuwe partner alleen de blonde, of meer of minder atletische versie van (een van de) ex-partners blijkt te zijn, maar dat tenslotte de problemen in het nieuwe huwelijk dezelfde blijven. Kennelijk heeft de voorafgaande echtscheiding als conflict wel het leermateriaal opgeleverd, maar is dit niet adequaat verwerkt en heeft de persoon niet of te weinig geleerd en gaat het hele verhaal in de herhaling. Conflicten die niet worden opgelost lijken vaak structureel terug te komen, soms in een iets andere verpakking, maar in wezen zijn het de oude conflicten. En misschien kunt u ook bij u zelf wel opmerken dat er soms een conflict is dat weer terugkomt, wanneer u denkt: Het overkomt me weer!

Dit levert de conclusie op dat compenseren voor de impulsen iets is dat geleerd moet worden en dat het ook zo is dat, alleen als u het geleerd heeft, het ook pas mogelijk is om de impuls te compenseren. U kunt pas zwemmen als u het geleerd heeft en u kunt pas conflicten oplossen als u geleerd heeft hoe. Hieruit volgt dat alleen wat het systeem al heeft geleerd, dus wat al in de structuur is opgenomen geschikt is om te gebruiken bij de compensatie van een volgende impuls. Anders gezegd, de reactie op een impuls wordt niet bepaald door de impuls, maar door de structuur van het systeem dat probeert te compenseren voor de impuls. Nog anders gezegd: Niet wat er gebeurt met mij, maar mijn structuur, dus dat wat ik geleerd heb, bepaalt mijn mogelijke reacties.[5] Dit is een belangrijke notie. Het conflict daagt wel uit om nieuw handelingsrepertoire te ontwikkelen, maar dat kan alleen maar met wat al geleerd is. Dit betekent dat als u niet geleerd heeft een bepaalde impuls te compenseren dit ook heel lastig is om adequaat te doen. Als u niet geleerd heeft om te zwemmen is in het water vallen gevaarlijk en loopt u flinke kans te verdrinken. Dit is bij conflicten ook het geval. Wij hebben over het algemeen niet geleerd om er goed mee om te gaan en vaak duurt het heel erg lang voordat dat een beetje lukt. Meestal “verdrinken” we dan ook in het conflict, totdat geleerd is er mee om te gaan.

Lees verder…