Artikel : Het Scheidingsconflict
Theorie
2.1. Het is vaak leerzaam om na te gaan wat anderen over het conflict en eventueel het scheidingsconflict hebben gezegd. Ik laat dat echter grotendeels achterwege omdat het een herhaling zou zijn van wat elders al lang gezegd is. Bovendien, zo zeg ik nu reeds, is dat in het licht van mijn conflicttheorie niet zo belangrijk vanwege de paradigmatisch andere kijk die ik op het conflict heb.
Ik maak echter 2 uitzonderingen en die zijn voor Transformatieve Mediation en Narratieve Mediation. De reden is dat deze beide vormen heel goed aansluiten bij en bruikbaar zijn in de toepasbaarheid van mijn conflictmodel, zeker of misschien wel vooral ook in scheidingen.
2.2. Transformatieve Mediation
Bush en Folger [4] zeggen één van de vier manieren waarop naar conflict kan worden gekeken transformatief is. Deze ziet de oplossing en dus het conflict in termen van de verandering van de partijen naar betere mensen. Deze benadering is vooral moreel-ethisch. Centraal staan de woorden: “[…] that the goal of transformation – that is, engendering moral growth toward both strength and compassion – should take precedence over the other goals mediation (i.e. problem-solving, vE) can be used to attain, even though those other goals are themselves important”. [5]
Bush en Folger verdedigen dat de centrale waarde van elke oplossing gelegen moet zijn in de verandering die de partijen ondergaan op de weg naar morele groei naar “strength of self and compassion for others” [6] Deze woorden zijn vrijwel niet te vertalen zonder de context. Als begrip slaan zij op zelfstandigheid, eigenheid ten aanzien van het eigen belang als ook het belang van de ander. Een mens kan geen rekening houden met het belang van de ander als hij niet met hem kan meevoelen.
Deze benadering wordt door Bush en Folger gezet in de sleutel van “worldviews”, wat ik vertaal met overtuiging ten aanzien van de werkelijkheid, bijna een levensovertuiging.
De benadering gaat namelijk, impliciet of expliciet, uit van een veronderstelling ten aanzien van doeleinden en waarden. En de keuze tussen de benaderingen is er dus ook een van “a much deeper choice about how to look at the world as a whole”. [7] Deze overtuigingen zijn de individualistische, het harmoniemodel, de organische overtuiging en de relationele visie. In de transformatieve benadering als wereldbeeld zit een vorm van teleologische overtuiging. De wereld moet moreel groeien en de transformatieve benadering van het conflict kan er voor zorgen dat bereikt wordt dat de mens de elementen van “strength of self” en “compassion for others” integreert in zijn gedrag.
In de “Transformation”-modus is het conflict de uitgelezen gelegenheid voor persoonlijke en collectieve groei. Ofwel, nog scherper gezegd, zonder conflict geen vooruitgang. Deze notie klopt, zoals later zal blijken.
Het probleem met transformatieve mediation, zoals ik dat zie, is dat er wel getransformeerd moet worden, maar niet uit de verf komt wat dan wel. De schrijvers zeggen dat het zelf en de erkenning van anderen de elementen zijn waaraan dat gebeurt op grond van de relatie met de conflictstof. Ik meen dat de conflictstof daarvoor geen enkel aanknopingspunt geeft. In de bespreking van mijn conflictmodel leg ik ook uit waarom dat zo is.
Toch meen ik dat transformatieve mediation heel waardevol is als benadering. Hij laat namelijk zien dat het conflict als het ware uitnodigt tot verandering. Dat die verandering uiteindelijk het zelf betreft en daarmee impliciet de erkenning van anderen lijdt geen twijfel. In mijn model laat ik zien waar de verandering zit.
2.3. Narratieve Mediation
Winslade en Monk [8] zien het conflict als de elkaar (gedeeltelijk) uitsluitende verhalen van de partijen in het conflict. Hier komt het conflict als sociale constructie tevoorschijn. Ieder mens construeert zijn wereld door en in de verhalen die hij zichzelf vertelt en die hem verteld worden. Deze narratieve benadering is een manier van denken. In het verhaal wordt de betekenis gemaakt en deze fungeert als podium waarop het handelen wordt gebaseerd en uitgevoerd. [9] Het conflict is in wezen niets anders dan de wijze waarop verschillende verhalen met elkaar in contact staan. Hoewel de schrijvers het proces gericht op oplossing deconstructivistisch noemen in de termen van postmoderne filosofie, gaat het in wezen om het vinden van een alternatief verhaal door de betrokken partijen. De mediator is daarbij actief partij. Winslade en Monk prikken de mythe van de onpartijdige mediator hardhandig door. Achter elke interventie zit een verhaal, een narratieve onderneming.
In deze visie is het conflict in duidelijk termen teruggebracht tot een kwestie van werkelijkheidsperceptie. Daarbij duidt het begrip “werkelijkheid” niet op een objectieve toestand, maar op een gedeelde overtuiging. Ik meen dat de benadering van Winslade en Monk een vruchtbare is: conflict als niet gemeenschappelijke verhalen en mediation als methode voor de partijen om met deze verhalen een nieuw verhaal te maken dat wel gedeeld wordt.
Inderdaad heeft iedere partij in het conflict een eigen uniek verhaal dat naar aanleiding van de conflictstof wordt gemaakt. De verklaring waarom het verhaal wordt gemaakt zoals het gemaakt wordt, blijft daarbij buiten beschouwing. In mijn benadering laat ik juist zien waar de oorsprong van het verhaal, als het ware de leidraad ervan ligt en hoe daarmee het verhaal gemaakt wordt.
2.4. In deze beide benaderingen wordt niet zozeer gezegd wát een conflict is, maar wordt een benadering gegeven. Deze benaderingen blijven echter aan de oppervlakte van de conflictstof steken. Het is niet goed in te zien waarom transformatieve en narratieve mediation werken als op het niveau van de conflictstof het voor iedereen duidelijk is dat deze geen objectieve factor is. Conflictstof is, dit moge duidelijk zijn, in het geheel geen reden voor het aangaan van het conflict. Wij weten allemaal dat wat aan “feitelijke” omstandigheden voor de ene persoon een reden is om zijn schouders op te halen, voor een andere persoon een echte casus belli is. Deze ervaring was voor mij indertijd een van de hoofdredenen om te gaan onderzoeken of achter de conflictstof nog iets anders zit.