Artikel : Het Scheidingsconflict
Verdere verdieping
De in paragraaf 5 gegeven beschrijving van mijn conflictmodel is de stand ervan zoals die ik in 2008 heb gepubliceerd. Inmiddels is er een verdere verdieping waarop ik hierna verder wil ingaan. Deze verdiepingsslag heeft een hoog abstract gehalte. Wie de theorie niet zo interessant vindt kan verder gaan bij paragraaf 5.7.
Ik beschrijf eerst 4 observaties die ik daarna bijeen neem.
5.1. In de theorie van autopoiesis is alles wat leidt tot een verandering in de structuur een impuls. Het gaat er daarbij niet om of de impuls “waar” is, is gebaseerd op feitelijke juistheid. De impuls van in het water vallen is feitelijk aantoonbaar en dus juist, maar welke reactie wordt vertoond is daarmee niet gezegd. De impuls kan ook zijn dat iemand een ander iets denkt te horen zeggen (wat niet gezegd is in objectieve zin) daar iets van maakt dat een hevige reactie van verontwaardiging of boosheid teweeg brengt. Bij in het water vallen kan de impuls ook bestaan uit paniek of doodsangst en dat zijn ook impulsen waar het systeem compensatie voor moet vinden. Ik wil hiermee zeggen dat de impuls uiteindelijk altijd een interne operatie is binnen het systeem, waarvan de basis al of niet illusoir kan zijn. De structuur kan geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en illusie. Veel goocheltrucs en circusacts zijn daarop gebaseerd, want anders zou het niet zo spannend zijn.
5.2. Daarnaast leert modern psychologisch onderzoek dat de rol van het bewustzijn hoogstwaarschijnlijk heel anders is dan wij altijd hebben gedacht. [37] Het lijkt het onbewuste te zijn dat de baas is en aan het roer staat, dat belangrijke beslissingen veel beter kan nemen en dat een veel grotere verwerkingscapaciteit heeft dan het bewustzijn. Het is u ook vast wel overkomen dat u voor een moeilijk probleem onder de douche ineens de oplossing wist. U bedacht die niet, maar wíst die zo maar ineens. Grote Nobelprijswinnende ontdekkingen zijn zo tot stand gekomen. Het bewuste heeft een beperkte verwerkingscapaciteit en kan eenvoudige beslissingen goed nemen, maar onderzoek toont aan dat bij bewust nadenken over moeilijke beslissingen en daarop het besluit baseren, de effectiviteit van de beslissing achteruit gaat. Moeilijke beslissingen worden door het onbewuste veel beter genomen en het onbewuste deelt als de tijd daar is het bewustzijn de uitkomst wel mede. Die verschijnt dan in het bewustzijn, zonder dat alle bewerkingen bekend zijn.
In de theorie van autopoiesis is het bewustzijn, lang voordat dit hiervoor genoemde onderzoek de juistheid ervan bewees, niet meer dan een soort interface tussen het systeem, in dit geval de menselijke persoon en de buitenwereld. [38] Maar voor de mens is deze interface uitgebreid met zelfbewustzijn dat in taal verschijnt en dat, hoogstwaarschijnlijk uniek in het dierenrijk, in taal beschrijvingen kan geven (van delen) van de staat van de eigen structuur. Het is naar mijn mening dit fenomeen dat ons in staat stelt te leren van onze eigen structuur. Het gaat langzaam, want de verwerkingscapaciteit is maar klein, maar iemand die zichzelf leert waarnemen in zijn gedrag en de impulsen die het gedrag hebben getriggerd léért. Het zijn deze beschrijvingen in het bewustzijn en in taal van de waarnemingen die iemand doet van de gerealiseerde compensaties binnen zijn eigen structuur naar aanleiding van de interne impulsen die het hem mogelijk maken om te leren zien, en dit daarmee ook aan het onbewuste terug te geven, welke effectief waren en welke niet. Kortom om te leren zien welk gedrag wel en welk gedrag niet voldoet aan de norm van de conservering van autopoiesis.
5.3. Een derde fenomeen, voor veel mensen wel herkenbaar, is dat soms het lichaam/onbewuste het stuur overneemt. Het is u vast ook wel eens overkomen dat in het geval van een hevige emotie u iets doet waarvan u zich bewust bent dat u het doet, maar waarvan u op het moment zelf al het vage gevoel hebt dat u dat eigenlijk niet moet doen. Meestal is dat gevoel achteraf juist en heeft u spijt van het betreffende gedrag. Kennelijk zijn er omstandigheden die, overigens individueel geheel verschillend, ertoe leiden dat een interne impuls wordt gecreëerd die zo sterk is dat zelfs het begrip vrije wil op de tocht komt te staan. In het conflict is dit een fenomeen dat nogal eens voorkomt. Waar het op lijkt is dat in het lichaam in een ogenblikkelijke en ook kennelijk niet te stuiten reactie een interne impuls ontstaat waarvoor in het onbewuste geen andere compensatie meer mogelijk is dan impulsief gedrag waarvan wij later, in een beschrijving die wij als waarnemer van ons eigen gedrag, zeggen dat het niet effectief was.
5.4. Waarnemen is in autopoiesis een belangrijk begrip. Als ik een gebeurtenis waarneem en een beschrijving daarvan geef, doe ik dat op grond van de staat van mijn eigen structuur. Afhankelijk van de staat daarvan geef ik in taal onderscheidingen en beschrijvingen van het gedrag of fenomeen dat ik waarneem. Wie twee honden ziet rondrennen kan zeggen dat zij spelen of vechten, afhankelijk van de waarneming die door de structuur wordt bepaald. Dat kan aanleiding zijn tot debat en zelfs tot conflict.
Een mooi en aansprekend voorbeeld vond ik een boek van de Boeddhistische monnik Ajahn Brahm: [39] Een pas getrouwd stel wandelt na het eten in de avondschermering. Ze genieten van de avond en van elkaars nabijheid totdat ze opeens een geluid horen: “Kwak kwak kwak.” “Hoor eens” zegt de vrouw “een kikker”. “Nee”, zegt de man, “dat is geen kikker dat is een eend!” “Nee, het is een kikker!” zegt de vrouw. “Hoe kom je erbij!” zegt de man, “Dit is typisch het geluid van een eend. Kikkers zeggen kwaak kwaak en dit is kwak kwak”. Kwak kwak, hoorden ze weer. “Hoor je nu wel het is een eend” zegt de man. “Nee schat, dit is echt een kikker”, zegt de vrouw nu ferm. “Wat bedoel je”, zegt de man, “denk je nou heus dat ik geen kikker van een eend kan onderscheiden?” “En toch is het een kikker!” zegt de vrouw nu bijna in tranen. Enzovoort!
De beschrijving die zij beiden van hun werkelijkheid maakten laat slechts zien dat hun structuur kennelijk verschillend was, hetgeen niet anders is dan te verwachten. Als beiden als waarnemer van buiten af het gebeuren zouden observeren zou al snel gebleken zijn dat de waarneming van het geluid louter gebaseerd was op een subjectieve interpretatie en niet werd ondersteund door bijvoorbeeld een visueel beeld van een eend of een kikker. Kortom, beiden kunnen gelijk hebben. Maar van buitenaf gezien vertonen beiden een gedrag dat potentieel gevaarlijk is voor hun relatie. Als ieder daarna als waarnemer van de eigen structuur zichzelf zou observeren, dan zouden mogelijk ook de verborgen motieven voor het betreffende gedrag aan het licht kunnen komen, zoals gelijk willen hebben, koppigheid, of noemt u maar op.
Ik meen dat het zijn van waarnemer van zichzelf die typisch menselijke eigenschap is die het ons mogelijk maakt het uitsluitend blinde ervaringsgewijs leren kort te sluiten naar een zelf bewust leren. Ervaringsgewijs leren heeft te maken met oorzaak en gevolg. En heel vaak is dat simpel, als dit …. dan dat. Maar leren op ingewikkelde complexen van fenomenen zoals conflict is daarom zo moeilijk omdat de relatie tussen de oorzaak en het gevolg buiten beeld zijn geraakt en niet meer worden geweten. En als ik niet weet waar ik moet kijken wordt het nog moeilijker om consequenties of conclusies aan de eigen waarnemingen of de waarnemingen van mijzelf te verbinden. De chaos is te groot om daarin onderscheidingen te maken. Daarom is waarnemen ook zo moeilijk. Het genoemde voorbeeld van de ethologie en de apen is daarvoor het bewijs.
Maar wie eenmaal orde in de chaos heeft geschapen, dat wil zeggen met een theorie op pad kan en dan blijkt dat de theorie zinvolle onderscheidingen mogelijk maakt, die verkort het leren enorm.
5.5. Deze 4 observaties breng ik nu bijeen in het domein van het conflict. Aan de structuur worden impulsen aangeboden naar aanleiding van de conflictstof maar geheel gecreëerd binnen dit complex, die laten zien dat er in de structuur, het complex van lichaam en (on)bewuste nog een “leemte” zit zoals ik die heb beschreven. Deze “leemte” is er vanuit de structuur zelf gezien niet, omdat die zich alleen als geheel waarneemt. Zelfbewustzijn, het zelf waarnemen van de eigen structuur, maakt het echter mogelijk om door beschrijvingen te maken van de eigen staat van de structuur, het potentiële handelingsrepertoire enorm uit te breiden. Zelfbewustzijn is een onderdeel van de structuur (geworden) dat het ons mogelijk maakt om ons bewust te zijn van ons bewustzijn. Er is een verschil tussen het bewustzijn van de eigen boosheid, dit is zelfbewustzijn en de eigen waarneming van de boosheid door de waarnemer. Of in andere woorden, er is verschil tussen boos zijn (bewustzijn) en er zich van bewust zijn dat u zich boos voelt (zelfbewustzijn). Het is het verschil tussen: Ik ben boos, aan de ene kant en de waarneming dat “ik” boos ben, aan de andere kant. Het belang van dit onderscheid is dat als u zich dit realiseert het leren enorm kan worden versneld. Wie zich realiseert dat hij niet zich hoeft te identificeren met zijn gevoelens, kan beschrijvingen maken van de staten waarin die zich bevinden en is ook in staat om die staten te veranderen. Kortom, door in zelfbewustzijn een compensatie voor de interne impuls te creëren ontstaat de situatie dat er geen (volgende) reactie in de structuur meer nodig is. Wie heeft leren zwemmen hoeft niet bang te zijn als hij in het water valt. Er treedt dan geen reactie op. Wie heeft leren omgaan met conflicten hoeft de reacties van angst, boosheid en al die andere niet te hebben, want zijn structuur heeft de impulsen leren compenseren.
Hieruit blijkt eens te meer dat de conflictstof er niet toe doet. Het zijn de impulsen, gemaakt binnen de structuur die compensatie behoeven en als dat gedaan is, is de structuur aangepast, heeft geleerd. Dit is eenvoudiger en wordt makkelijker en mogelijk gemaakt door zelf als waarnemer van de structuur deze te observeren en daarvan beschrijvingen en onderscheidingen te maken.
5.6. Anders gezegd: Alles, ook de interne operaties van het systeem zelf zijn een impuls op de structuur en dus alles moet in het systeem worden gecompenseerd. Dit geldt ook voor gevoelens en emoties. Een emotie komt op en die was per definitie subjectief en dus niet met de werkelijkheid verbonden. De logica laat zien dat het net als de fysieke buitenkant ook een soort buitenkant is voor de waarnemer. Het brein gaat er vaak mee op de loop en laat de persoon de zeepplank van het conflict afgaan. Maar als het besef daarover er eenmaal is, dan blijkt het ook mogelijk om het gevoel of de emotie als waarnemer te beschouwen en met de logica van de subjectiviteit de emotie of het gevoel te compenseren. De compensatie is leren accepteren dat het gevoel er is, maar met het besef dat het gevoel dat binnen de structuur wordt aangemaakt louter subjectief is.
In het conflict komen allerlei gevoelens en emoties op, net zo als die opkomen op goede en blije momenten. Dat zijn zowel lichamelijke als mentale staten. Die vragen uiteindelijk om compensatie om weer in een evenwichtstoestand te komen, in homeostase. Maar deze compensaties behoeven dus niet te bestaan in blindelings meegaan met de geproduceerde emoties en gevoelens. Er is een keuze!
5.7. Gottman lijkt eenzelfde richting uit te denken. Hij geeft het voorbeeld van een voortdurend probleem in een huwelijk, waar de man altijd te hard rijdt, de vrouw daar voortdurend over klaagt en hij dan zegt dat zij over reageert omdat hij nog nooit een ongeluk heeft gehad. Zij zegt dat hij zelfzuchtig is en alleen maar aan zichzelf denkt. Hij zegt dat zij hem niet vertrouwt en zo voort. Dit is voor dit paar een voortdurend probleem omdat het, zo zegt Gottman, niet gaat over de conflictstof, maar over achterliggende vragen als vertrouwen, zekerheid en geven om de ander. Dit probleem kunnen zij niet oplossen zonder die grote vragen onder ogen te zien en daarop een antwoord te vinden. [40] Deze oplossing kan alleen worden bereikt als zij ieder voor zich onder ogen zien waarom hun gedrag is zoals het is en als zij leren dit gedrag waar te nemen en te benoemen.
5.8. In de terminologie van autopoiesis gaat het om een leemte in structuur van het individu dat er niet mee kan omgaan, dat wil zeggen, nog niet geleerd heeft op welke wijze hij er mee om kan gaan. Dit laatste is belangrijk omdat vrijwel ieder mens indien hij de kans krijgt ervoor zou kiezen om niet in het conflict verzeild te raken. In mijn opvatting is het conflict het leerproces om met de eigen leemtes in deze zin om te gaan. Dit kan worden opgevat als het leerproces om de eigenschappen te verwerven om er daadwerkelijk mee te kunnen omgaan, maar ook als de vraag aan het individu of hij deze leemtes nog nodig heeft om met de conflictstof om te gaan. Het conflict is vanuit deze optiek de vraag aan het individu in hoeverre hij is opgeschoten met het verwerven van die “kennis”. Het huwelijk lijkt de relatie bij uitstek om dit te leren.
Dit inzicht is congruent met wat zowel Buber als Gottman zeggen. Buber laat zien dat met het ontstaan en bouwen aan een Ik-Jij-relatie de grote menselijke deugden tot ontwikkeling kunnen komen. Gottman toont in zijn onderzoek aan dat het juist zijn zeven principes, afgeleiden van de bedoelde menselijke deugden zijn, die een relatie laten bloeien. Mijn theorie laat de achtergrond hiervan zien.
5.9. Deze achtergrond is in mijn ogen het niveau van de waarnemer, waar de gebruikelijke opvattingen over conflict geen rol meer spelen. Ik meen dat elk conflict als het ware stilzwijgend wordt begeleid door de vraag aan de betrokken mens hoe het met hem staat in zijn koppeling aan een of meer van de genoemde leemtes. Daarmee heeft het conflict het niveau van verschillen in opvattingen, belangen van partijen en al die andere variaties op de definitie van conflict verlaten. [41] De enige schrijver die deze richting op ging, maar uiteindelijk tot nu toe toch niet de beslissende stap durfde te zetten is Glasl. [42] In zijn nieuwste einde 2008 verschenen boek gaat Glasl echter verder. [43] Hij beschrijft de vier stadia die voor heling nodig waren in de Griekse Oudheid en verbindt die met het proces dat de mens door moet in het conflict om het probleem echt op te lossen.
Het niveau dat ik bedoel past naadloos aan bij de theorie van autopoiesis. Als leven leren is, bestaat het leven uit leren en dat met inbegrip van alle fysieke, mentale en spirituele “vaardigheden” die wij ons maar kunnen verwerven. Dit leerproces kan op drie wijzen worden beschouwd. Het eerste is dat het bijdraagt tot leven en overleven in Darwinistische zin. Leren omgaan met conflicten is hetzelfde als leren zwemmen. Soms helpt het bij het overleven, maar in ieder geval wordt het leven aangenamer. Er is nog een zienswijze en die is dat wie leert omgaan met conflicten een beter mens wordt. Dan hoort het leren omgaan met conflicten tot het terrein van de persoonlijke groei. Dit is een christelijke/humanistische notie. Een variant hiervan, voor wie de notie van reïncarnatie [44] hanteert, is dat leren omgaan met conflicten groei op de ladder van geboorten betekent.
Het door mij gepresenteerde conflictmodel geeft zo in deze geheel verschillende wijzen van denken een zinvol antwoord op de vraag naar geldigheid.
De conclusie is dat het conflict altijd in het individu zelf zit en alleen als hij dát conflict oplost het probleem ook werkelijk is opgelost.
5.10. Terzijde merk ik op dat er niets op tegen is om zonder toepassing van het vorenstaande op het niveau van de conflictstof een probleem tot oplossing te brengen. In veel gevallen zullen de partijen daar al heel blij mee zijn. Ik betoog echter wel dat, als het conflict niet op het diepste niveau wordt opgelost het zich gewoon zal voortzetten, weliswaar met andere conflictstof, maar met in wezen hetzelfde achterliggende probleem. Ieder kent wel mensen die van het ene conflict in het andere rollen, waarbij als men goed kijkt het type van het conflict, dus de koppeling altijd dezelfde is. In huwelijken komt het niet zelden voor dat de tweede vrouw de blonde versie is van de eerste, of dat man nummer twee de gespierde versie is van de eerste. De oplossing van de conflicten op het niveau van de conflictstof brengt de oplossing van de koppeling aan de leemte, de werkelijke oorzaak en de ware opdracht om te leren, echter niet dichterbij.