Overzichtsindeling

Er is een korte introductie die zegt waar de tekst over gaat en hoe die het beste benaderd kan worden.

Daarna is er een fragment uit een tekst van de Tibetaanse geleerde Longchenpa (14e eeuw) dat de titel verklaart.

Dan komt de hoofdtekst die bestaat uit 23 liederen, die net als het origineel in een vrije dichtvorm zijn gegoten.

Deze liederen nemen stap voor stap de route van nu naar wat de geest eigenlijk is en hoe de werkelijke werkelijkheid er echt uitziet.
De liederen zijn gezet in een handschriftletter. Dat heeft de bedoeling het lezen wat te vertragen, en om een persoonlijke uitstraling te geven. Dit roept meer resonantie op, die toeneemt als u de liederen hardop aan uzelf of anderen voorleest. Om dit voorlezen makkelijker te maken is de tekst relatief groot gezet.
In de tekst zitten veel oefeningen die u doet door zich de tekst voor te stellen en dan in uw eigen geest te kijken naar hoe u dat verwerkt en hoe het er uitziet. Bij de tekst staan een aantal eindnoten waarvan kennisneming het begrip van de tekst kan vergroten.

De wiekslag van de garoeda heeft de volgende inhoud:

Een korte introductie met een paar suggesties hoe met de tekst om te gaan. Daarna een stukje van Longchenpa, een beroemde Tibetaanse geleerde, dat de titel verklaart. Daarna volgen de liederen met uitgebreide noten, die als eindnoten zijn opgenomen. Daarvoor heeft het boek ook 2 leeslinten, een voor de tekst en een voor de noten.
Daarna volgt een uitgebreide toelichting waarom naar deze tekst niet als een puur boeddhistische tekst bekeken hoeft te worden. Deze toelichting gaat via de Engelse psychiater en onderzoeker Iain McGilchrist, de Nederlandse antropoloog André Droogers en de Israëlische historicus Noah Yuval Harari, en verbindt wat zij zeggen tot de conclusie dat de moeilijkheid met fundamentalistische religie niet zit in de religie maar in de biologische structuur van onze hersenen en bijgevolg ons denken. Een tweede conclusie is dat ‘geld en goden’ tot dezelfde epistemologische categorie behoren.

Dit deel van de toelichting staat op deze website.
In het boek ga ik daarna in de toelichting in op de achtergrondhorizon van Zhabkar waarin hij ‘De wiekslag’ schreef. Dit bevat enige uitleg van de leer van dzokchen

Vervolgens is er een kort stuk over taalkundige aspecten van de bewerking en daarna een verklarende woordenlijst waarin de wat meer specifieke betekenis van een aantal woorden wordt gegeven.

Tot slot bevat het boek een kort resumé van Jan Willem van Ee.

Ga naar Toelichting