Deel I – Hoofdstuk 5
De processen buitenom en hexade
1. Inleiding

In dit hoofdstuk geven wij een beschrijving van de samenloop van materiële processen én van mentale processen, zoals die aan de hand van het enneagram kunnen worden beschreven. Het doel is om inzichtelijk te maken dat elk proces in de werkelijkheid, dat wil zeggen in zijn realisatie van idee tot materie in wezen heel ordelijk is. Het laat zien dat het overslaan van stappen in dit proces kan leiden tot chaos en maakt daarmee tevens duidelijk op welke wijze een analyse van een procesfout kan worden aangepakt.

1.2 Gebeurtenissen en de mentale volgorde

De beschrijving van de buitenkant van het enneagram is die van de volgorde van gebeurtenissen. Dit is een proces dat in wezen autonoom is. Als het eenmaal begint, dan loopt het ook zo af. In het voorbeeld van het restaurant dat wij straks analyseren is het gaan eten in het restaurant in zijn afloop het nuttigen van een lekker diner in een gezellige omgeving. Maar zo gaat het natuurlijk niet altijd. Onderweg kan er van alles misgaan, maar elk ding dat misgaat heeft een eigen proces tot gevolg dat weer autonoom altijd zo afloopt. Wij bedoelen te zeggen dat daarin geen keuzen of contingenties zitten.

De betekenis hiervan is dat het enneagram ons hier laat zien dat de idee van een “doener”, de mens als causale oorsprong een fictie is. Wie in een restaurant gaat eten brengt een proces op gang, wat er ook gebeurt en hoe het ook gaat, waarin van een autonome doener die causale effecten veroorzaakt geen sprake is.

Dit is anders in de hexade. Hierin zit, zoals wij zagen, een overzicht van het denkproces van de stappen die nodig zijn om het proces te laten lopen. Als er wat mis gaat is het hier. Het waarom hiervan lichten wij aan het einde van dit hoofdstuk toe.

2.1. De beschrijving van het materiële proces

Als voorbeeld voor het proces in de materiële vorm nemen wij het kookproces. U kunt zich hierbij een restaurant voorstellen. Het restaurant ís. Het is in tijdloze rust en zit te wachten op de bestelling.

Op 1 is de keuken. Deze is instrumenteel. Hier zijn gereedschappen en vaardigheden. Het is concreet en zakelijk. De keuken staat klaar om aan het werk te gaan.

Op 1.5 komt de opdracht binnen, de bestelling van de klant. Dit is in de werkelijkheid een vertragingspunt, er moet namelijk naar gekeken worden wat het is en het hele proces moet daarop worden toegesneden. Het eerste dat aan de orde is, is dus de vraag of de keuken geëquipeerd is voor de gestelde vraag. Deze vraag van de klant is belangrijker dan wat ook. Daaraan geen aandacht besteden of erover heen lezen is dodelijk voor het hele proces. Het bekijken van de order levert in eerste instantie dus een vertraging op. De kok kijkt of wat hij heeft aan instrumentarium voldoende is om later aan de vraag te voldoen. Een gebrek aan instrumenten is dus al net zo erg als aan de vraag geen of onvoldoende aandacht besteden.

Op 2 is verbinding. Dat gaat dus over mensen en relaties, samenwerking en betrokkenheid. Zonder participatie en verbinding komt er niets tot stand. De kok gaat kijken of hij naast het instrumentarium ook de mensen heeft en de chemie om de verbinding te maken tussen mensen en later de maaltijd als die klaar is.

Op 3 is hier het eerste punt met energie van buiten. De 3 hoort tot de primordiale punten met een imprint in dit proces. Zowel de 3, 6 en 9, als de 4.5 en 7.5 geven imprints die niet in de keuken zelf zitten. Hier op 3 moet de drive erin komen. Hier kan worden gedacht aan informatie, of in het kookproces de voeding. Die komt van buitenaf. Voeding is ook informatie.

Op 4 is er weer een aardepunt. Hier vindt het klaarmaken van de maaltijd plaats. Alle ingrediënten moeten er zijn (op 3 binnengekomen). De maaltijd is in zijn eerste stadium van voorbereiding klaar. Maar het is allemaal nog rauw. Het is nog onvervormd en de afzonderlijke delen zijn nog steeds in zekere zin in originele staat. De biefstuk is nog geheel rood en de aardappels ongaar. Deze fase is dus eigenlijk pas de voorbereiding voor de transformatie. De maaltijd in zijn ruwe vorm klaargemaakt om later zijn echte identiteit te krijgen. Daarbij wordt de identiteit wel voorbereid.

Op 4.5 vindt dan de transformatie plaats Hier komt er weer iets van buiten, namelijk het vuur. Daardoor wordt het proces onomkeerbaar gemaakt. De verschillende onderdelen kunnen niet meer worden teruggebracht naar hun oorspronkelijke staat.

Op 5 is het eten klaar, het is getransformeerd in iets nieuws. Hier heeft zijn identiteit als maaltijd gekregen. Als de maaltijd uit verschillende onderdelen bestaat hebben deze elk afzonderlijk een identiteit. De soep is echt soep geworden, het hoofdgerecht is wat het moet worden en het dessert is echt dessert geworden. Hier wordt ook door de kok gekeken of het allemaal juist is geschied. Is de soep ook werkelijk soep, of is het iets anders? Als het allemaal is goedgekeurd, dus de identiteit heeft die het moet hebben, dan pas gaat het proces verder.

Op 6 is weer een punt van buiten. Dat kan worden weergegeven met het luiden van de bel, of de mededeling dat het klaar is, of in het restaurant het signaal aan de ober. Het is de uitnodiging aan de eters. In het restaurant zitten de eters klaar om hun maaltijd te krijgen. Op 6 is het ook de markt die wil afnemen en waar moet blijken of er afnemers zijn. Als de eters in het restaurant er nog zitten, dan zijn ze afnemers, maar als het bijvoorbeeld allemaal te lang geduurd heeft kan het zijn dat ze er niet meer zijn, dan is de markt dus weg en alle werk voor niets geweest. Punt 6 is ook de markt in bredere zin. Er wordt als het ware bericht dat het product er is. De markt neemt er kennis van en kan net als bij een maaltijd aanschuiven. Is er geen markt voor het product, zijn er geen eters, dan blijkt dat hier al.

Op 7 wordt er opgediend. Dan laat je zien wat je hebt gemaakt. Het is presentatie. Dit punt 7 is een belangrijk punt omdat het samenvalt met het einde van de hexade, eveneens in punt 7. Voor de kok is in wezen dit punt 7 het punt waar alles eindigt. Hij heeft zijn werk gedaan en de keuken is weer in ruststand. Voor het proces van de maaltijd is het echter nog niet afgelopen. Op 7 wordt opgediend, het resultaat komt naar buiten, het wordt aangeboden aan de afnemers

Als een product wordt vermarkt is punt 7 ook het einde van de bemoeienis van de producent. Hij heeft op 6 bekend gemaakt dat het product er is en op 7 wordt het “opgediend”, er wordt reclame gemaakt, het wordt getoond. Maar op dat moment is het uit handen van de kok en van de producent.

Op 7.5 wordt het signaal gegeven om te beginnen. Dit kan worden vergeleken met bidden voor het eten of gewoon de spreuk: “Eet smakelijk”. Ook dit punt is wezenlijk voor het proces. Er wordt maar niet zo aangevallen op de maaltijd. Het signaal van: “Eet smakelijk”, is de versneller voor het proces waar het eigenlijk allemaal om gaat. Bij het productieproces kan dit worden vergeleken met de koopbeslissing voor de aankoop van het product.

Op 8 is het eten. De maaltijd wordt geconsumeerd. Het wordt “bezeten” door de bezitter, de eter, of wie het product gekocht heeft. Op 8 zit het punt van bezitten, het in beslag nemen. Hier blijkt of de kok competent was. Heeft hij de maaltijd gemaakt zoals die werkelijk gemaakt moest worden en zoals die op 4 was voorbereid? Bij het product in het algemeen is het gebruik dat bepaald of het hele proces uiteindelijk aan zijn bedoeling heeft beantwoord.

Op punt 9 is alles weer gereed en zijn in de keuken alle mogelijkheden open om een nieuwe ronde in te gaan.

Op elk punt van de cirkel gebeurt dus iets. Op deze wijze is elk punt een monade en staan zij los van elkaar. Maar los van elkaar heeft het geen betekenis en geen richting. Pas als geheel is het een proces, zoals in dit voorbeeld een kookproces, maar dit voorbeeld kan ook zo toegepast worden op het bouwen van een huis of het schrijven van een boek.

3.1. De koppeling naar de denkprocessen in de hexade

Deze beschrijving was een beschrijving van het fysieke proces en daarmee een ontleding van het fysieke proces. Dit proces heeft behalve een fysieke kant ook een mentale zijde. Dit ligt voor de hand en hoe deze werkt, wordt zichtbaar gemaakt aan de hand van de lijnen in de hexade. Hier vindt de mentale ontleding van het proces plaats. Zonder deze is het fysieke proces in wezen gedoemd tot mislukking. Het fysieke en het mentale proces zijn op elkaar betrokken, maar wellicht op een andere manier dat ogenschijnlijk lijkt.

Om de verbinding te maken geven wij eerst een meer algemene uitleg van de hexade.

3.2. De Hexade

De hexade in het enneagram die normaal met rust- en stresspunten wordt aangeduid loopt als volgt: 1-4-2-8-5-7. Voor de goede orde merken wij op dat deze hexade geen procesbeschrijving is, maar een denklijn. Hij werkt dan ook anders dan het fysieke proces zoals in paragraaf 2 beschreven. De volgorde van de hexade ontstaat door elk cijfer tussen 1 en 9 (behalve 7 zelf natuurlijk) te delen door 7. Altijd ontstaat een cijferreeks waarin deze sequentie voorkomt. Met deze sequentie kan als het ware vooruitgekeken en achteruitgekeken worden.

Hfd5_tekening_1

In het denken in het enneagram begint de hexade op 7. Punt 7 staat, zoals reeds is gezegd uit het intuïtieve, het maken van plannen, het is ook meer abstract Gods Plan. Vanuit het plan gaat het denken naar de middelen en de regels (1) wat er bereikt moet worden (4), met wie je dat doet (2), wat er dan neergezet wordt (8) en of het juist is en identiteit heeft (5). Vandaar vindt spiegeling aan het plan plaats (7), waarna in een volgende ronde kan worden bijgestuurd.

De sequentie Van het plan op 7 naar de regels op 1 is een stresslijn. Het kost moeite om van het één naar het ander te komen. Maar andersom is het gemakkelijk, dan is het een lijn van rust. Dit geldt voor de hele hexade: van 7>1>4>2>8>5>7>1 kost veel inspanning. De route terug: 1>7>5>8>2>4>1>7 kost geen inspanning. Het waarom hiervan, met voorbeelden, komt hierna uitgebreid aan de orde.

De sequentie wordt vanuit de kritiek op het enneagram wel gezien als een vorm van willekeurigheid of op zijn hoogst coïncidentie waar veel meer betekenis aan wordt gehecht dan gerechtvaardigd is. Wat de sequentie doet is een wiskundige beschrijving geven van de processen van het denken. Het denken voltrekt is in deze sequentie zowel voor het kookproces, het bouwen van een huis, het maken van een boek als het schrijven van een wetenschappelijk artikel of deze tekst.

Wij gebruiken hier voor de vooruitgaande sequentie weer het voorbeeld van het kookproces. Op 1 is het instrumentele. Maar om te zien of het instrumentarium voldoende is moet men eerst kijken naar 4, het bereiden van datgene wat is/wordt ingekocht als materiaal. Is het instrumentarium geschikt en zijn er voldoende instrumenten? In dit geval wordt dus 2 stappen vooruit gekeken. Op 1 in de keuken kijkt men naar 4, de bereiding, wat er nodig is om te kunnen bereiden.

Hfd5_tekening_2

Als u kijkt naar wat er gebeurt ziet u dat om van 1 naar 2 via de buitenkant in de binnenkant te gaan de paden 1-4 en 4-2 moeten worden overzien.

Hfd5_tekening_3En om van 2 naar 4, nog steeds vooruitkijkend, te gaan via de buitenkant, dat wil zeggen dat men met het instrumentarium en de mensen aan de slag gaat, moet men de gehele binnenkant, namelijk 2-8-5-7-1-4 lopen. Het gehele proces moet dus als het ware worden voorzien en overzien worden voordat er ook maar één vinger in de bereiding is uitgestoken.

Dat wil zeggen dat de kok op 2 om te komen op het voorbereiden op 4 het gehele verdere proces al moet overzien. Hij moet weten wat hij wil laten eten op 8, hoe het moet worden op 5 en hoe het opgediend moet worden op 7. De processen van het idee de maaltijd zelf op 3 en voor wie het wordt gedaan op 6 lopen daaraan parallel. Hiermee wordt ook duidelijk dat hij het moment van de omvorming op 4.5 met zorg moet kiezen. Hij mag er niet te laat en ook niet te vroeg mee beginnen. Niet alleen de volgorde van het proces, maar ook de tijd vindt hierin een plaats. Dat is natuurlijk niet altijd zo, maar als er een limiet is geldt dit altijd. Voor een metselaar is het belangrijk de cement op het goede moment de mengen om te kunnen metselen, is hij te vroeg voordat er stenen zijn, dan droogt het uit en is hij te laat dan stagneert het hele proces. De techniek van mean en lean produceren is gebaseerd op deze gang van zaken. Het stuurprincipe voor dit hele proces zit op het punt 4.5. Dat punt is het centrum van waaruit de kok kijkt naar zijn gehele proces in zijn tijdvolgorde van het behandelen van de andere punten. Als u nu nog eens naar de driehoek 4.5-1.5-7.5 kijkt zult u zien dat de centrale punten van het proces dus de 1.5 zijn, de vertraging bij het binnenkomen van de bestelling en het opdienen, op 7.5 waarna op 8 het eten zelf plaats vindt. Deze 2 punten worden gestuurd vanuit de 4.5. Dit is het moment van de definitieve keuze om de essentiële transformatie in gang te zetten. In paragraag 1.2 meldden wij al dat het proces buitenom, het proces van de materiële voortgang heel anders is dan dat van de hexade. Na de uitleg die wij hierboven hebben geven blijkt dat vanuit elk punt op de hexade een beslissing kan worden genomen, of een gebeurtenis kan plaats vinden die het proces verandert op zo’n manier dat het een ander proces wordt, dat echter weer zijn eigen autonome afloop heeft. Bijvoorbeeld kan in het kookproces bij het vooruitzien in de hexade op punt 5 blijken dat de identiteit van de maaltijd, datgene wat is klaargemaakt niet het juiste is dat blijkens de bestelling klaargemaakt had moeten worden. Wat daarmee zichtbaar wordt is dat ergens in de keten van het kookproces op een input punt, in dit geval op punt 3 in het kookproces niet de juiste ingrediënten zijn gebruikt, hetgeen is verzuimd om af te checken op punt 4, de bereiding. Het laat zien dat als er op punt 3 ingrediënten in het proces worden ingevoerd het kookproces als proces gewoon zijn gang gaat, maar dat wat er uit het proces komt toch niet is wat er bedoeld was te maken. Kortom, dit geeft reliëf aan onze mening dat het proces autonoom is, gewoon zijn gang gaat.

4. Het denken in processen of in tegenstellingen.

De terugkijkende sequentie heeft zijn eigen werking. De ontspanningssequentie is dus 7>5>8>2>4>1>7 et cetera. In de hierna volgende uitleg over de beide processen die uit de sequenties volgen maken wij duidelijk hoe spanning en ontspanning elk onmisbaar zijn in elk proces.

Wij mensen zijn in beginsel geneigd om in tegenstellingen te denken. Dit is het meest eenvoudige denken. Daarin staat wit tegenover zwart, dag tegenover nacht en winst tegenover verlies. Dit laatste voorbeeld maakt al duidelijk dat denken in tegenstellingen te eenvoudig is. Als er iemand winst maakt, betekent dat niet dat de ander verlies heeft. Denken in termen van winst en verlies is polair denken.

Het denken in termen van winst en verlies is wat in het recht van oudsher dominant is. Als u voor de rechtbank wint, dan verliest de andere partij. Moderne vormen van conflictbeslechting gaan dan ook niet meer uit van dit eenvoudige polaire denken. In mediation wordt niet polair gedacht, maar in drieën. Het is geen denken in of/of, maar in en/en. Zo is het ook in het enneagram.

De punten van het enneagram zijn dus monaden, punten die los van elkaar kunnen bestaan. In die zin zijn het individuele punten. Als er een verbinding ontstaat tussen 2 punten of tussen 2 individuen, dan gebeurt er wat. Er komt iets bij. Wij zijn geneigd om te denken dat het dan aan het ene of het andere ligt, of aan de een of de ander, maar wat er echt gebeurt is dat de verbinding iets toevoegt. Op die manier is 1 + 1 meer dan 2. Er is iets extra’s, namelijk het pad. Wat er hierna plaats vindt is dat men uit het polaire denken, ik of de ander, stapt naar het denken in en/en, ik én de ander, die samen méér zijn dat de beide ikken afzonderlijk.

Dit denken bestaat natuurlijk al veel langer. Het triniteitsdenken ziet alles in vormen van 3. Dit is in wezen het christelijke denken dat gestalte krijgt in de figuur van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In de Davidsster bestaat het in 2 driehoeken.

In het enneagram wordt gedacht met in beginsel 3 driehoeken. Er zal echter later nog blijken dat in dit model nog veel meer driehoeken mogelijk zijn. Maar hier houden wij het eenvoudig.

Het is, het is al eerder gezegd, ook mogelijk om in meer dan 3 vormen of dimensies te denken. De astrologie denkt in 4 vormen en een verdere vorm is die van het pentagram, het denken in vormen van 5 (dimensies). Daarboven wordt het voor ons niet meer voorstelbaar.

Wij merken nog op dat de modernste natuurkunde meer dimensies postuleert, waarmee de werkelijkheid begrijpelijk gemaakt kan worden. Voor wat wij in het hier en nu doen is het denken in drieën al moeilijk genoeg.

Het enneagram denkt dus in drieën. Wij hebben van de mogelijke driehoeken in het enneagram de driehoeken 9-3-6 en 4.5-7.5-1.5 al behandeld.
Hfd5_tekening_4De driehoek 9-3-6 is de oorsprong.

De driehoeken 9-3-6 en 4.5-1.5-7.5 vormen samen een Davidsster.

De 4.5, dus het punt tussen 4 en 5 vormt hierbij het element van energie.

De 1.5, het punt tussen 1 en 2 is het element van tijd en de 7.5, tussen 7 en 8 is het element van de ruimte.

Over de deze 2 driehoeken hebben we het in de inleiding al uitgebreid gehad.

Daarna, zoals we hebben gezien, ontstaat pas de rest van het Enneagram.

Einde document

Lees verder…