Deel I – Hoofdstuk 7
De driehoek 7-1-4
1 Inleiding
In dit hoofdstuk gaan wij de lijnen in de hexade zo verbinden dat er 2 driehoeken ontstaan. Dit zijn de driehoeken 7-1-4 en 2-8-5. Daarvoor worden er “hulplijnen” getrokken tussen de punten 7 en 4, alsmede 8 en 5.Wat opvalt is dat deze lijnen de 2 aardepunten, namelijk 4 en 5, die staan voor het resultaat en het juiste denken of identiteit verbindt met respectievelijk 7 en 2. Deze laatste hebben wij eerder gekoppeld voor de 7 met intuïtie, het plan, het verhaal en voor de 2 met chemie en verbinding.
De aardepunten met de eerder vermelde sequentie kunnen ook in driehoeken worden getekend.
Deze driehoeken zijn enerzijds nauw op elkaar betrokken zoals wij zullen zien, anderzijds hebben zij ook een zelfstandige betekenis. In deze grafische weergave zijn de lijnen 4-2 en 5-7 nog dun afgedrukt gehandhaafd om de verbinding te laten zien. De beide driehoeken zijn als het ware één doorgaande beweging in één vlak. Het is daarbij vergelijkbaar met een Reep van Möbius.
Dit is een lange strook die in plaats van als een hoepel op elkaar geplakt gedraaid is en dan geplakt. Er ontstaat zo één vlak in een soort oneindigheids-symbool. Het is dit beeld dat de beide driehoeken in hun verbinding oproepen. Het doorlopen van het hele proces is wezenlijk voor het resultaat. Wat wij zullen zien is dat de meeste processen in het eerste stuk blijven steken.
Wij hebben hiervoor gezegd dat de hexade het denkproces weergeeft. Dat is juist, maar er is méér. In de tekening is de hexade getekend met de 2 hulplijnen, zijn 2 driehoeken 7-1-4 en 2-5-8 ontstaan. Vanuit de archetypische inhouden die wij hiervoor genoemd hebben kunnen ook weer beschrijvingen van processen worden gemaakt.
2.1. Het proces 7-1-4, het begin op 7
Wij geven eerst een beschrijving voor de driehoek 7-1-4. Deze noemen wij ook wel Bouwdriehoek of de Openbaringsdriehoek.
Alles begint bij 7, een idee, een gedacht, een visioen, een verhaal, groot of klein. Wie wat wil bereiken in de wereld begint met een verhaal, een vraag, een mythe, een idee of wat dan ook. Alles wat fundamenteel bepaalt wat er daarna gebeurt is een 7-activiteit. In de keuken kwam vanuit de 7 de bestelling van de klant binnen. Dit was het begin van de activiteit in de keuken.
De vraag kan gesteld worden of vanuit het systeem alles niet vanuit de 9 begint. Wij hebben al gezegd dat het op het primordiale niveau wel de 9 is waar het allemaal begint, maar slechts als mogelijkheid, niet als wil. Er dus een groot verschil tussen de 9 als het begin in de primordiale werkelijkheid en de 7 als begin van het proces. De argumentatie daarvan is dat, zoals gezegd de 9-3-6 eigenlijk niet van de werkelijkheid zijn, het zijn, net zoals 4.5-7.5-1.5 meer een soort infuuspunten. Vanuit elk aardepunt teruggaand komt men weer bij één van die oorspronkelijke punten terecht, die voor wat wij de gang van zaken in de gewone werkelijkheid noemen, juist omdat het infuuspunten zijn niet meewerken. De 7 valt zo onder de auspiciën van de 9, eigenlijk zoals elk punt dat doet met zijn eigen sfeer. De 9 is het veld van mogelijkheden, zoals wij bijvoorbeeld in het kookproces gezien hebben. Het is veeleer een principe dan iets dat ís. Het is een andere orde. De 7 is concreet, daarin zit de vorige keer in, de geschiedenis, de mogelijkheden die er zijn en die ook soms gerealiseerd zijn en wat er is gebeurd en of het al of niet goed is gegaan. Op die manier is de 7 ook een veld van mogelijkheden, maar dan het veld van concrete mogelijkheden en gerealiseerde mogelijkheden. Met gerealiseerd bedoelen zijn zowel dat er een geschiedenis is van mogelijkheden die tot concrete resultaten hebben geleid, als de mogelijkheden die als het denkproces van de hexade is doorlopen kunnen leiden tot de keuze om deze te realiseren. De 7 is in de hexade altijd het eindpunt is van wat er gebeurt.
Dit is goed zichtbaar in het kookproces. Op 7 is voor de kok de laatste handeling, namelijk het opdienen. Daarna is het aan de gasten aan tafel. De 7 is de opslag van de gerealiseerde mogelijkheden, een soort Akasha kroniek. Van daaruit wordt de keuze gemaakt die dus het proces op de lijn 7-1 in gang zet. De lijn 1-7 is dus anders dan het proces in de fysieke werkelijkheid. Het is de verbinding tussen het psychische proces en de fysieke processen.
Waar iemand zich richt op een fysiek proces, gaat de hexade werken. Maar dat is ook in psychische processen zo. Ook daarin zitten de gerealiseerde mogelijkheden op 7.
Een mogelijk misverstand moet uit de weg geruimd worden. In het kook proces, de volgorde van de gebeurtenissen komt de bestelling op 1.5 binnen, ondergaat vertraging naar 1 en daarna begint het proces te werken. In de hexade speelt het punt 1.5 geen rol. Er is een verschil tussen de beide processen, zoals eerder ook reeds uitgelegd, dat het proces buitenom een reeks van gebeurtenissen beschrijft die als het ware onafwendbaar in zijn afloop is, zij het dat er op verschillende punten input gegeven kan worden, en daar komt het proces van de hexade bij kijken om de baan van het proces te veranderen.
2.2. Het proces 7-1-4 vervolg, de fasen van het proces
Daarna komen op 1, het instrumentele punt de instrumenten, de regels, kwaliteit die het goede dienen. Als er teveel van dat is, kan het doorslaan in perfectionisme of in de regels om de regels of in een volledig instrumentele benadering. Punt 1 laat hier het belang van het systemische zien. Het plan, het idee, het ideaal heeft een systemische omgeving nodig om te verwerkelijken.
Op 4 is het resultaat te zien. Dat kan materieel zijn en is het meestal. Het kan als het louter om plannen gaat ook het concept zijn. Elk proces gaat zo verschillende fasen door. Voor het bouwen van een huis zijn er tussenfasen zichtbaar te maken waar het idee om een huis te bouwen, wordt getoetst, bijvoorbeeld de fysieke beschikbaarheid van grond, aan regels en wetten en daarna op 4 eerst een bouwtekening wordt gemaakt.
Wat er in feite gebeurt is dat op elke lijn, dus 7-1, 1-4 en 4-7 een vorm van afstemming, terugkoppeling en evaluatie plaats vindt.
Het beste is die te zien in de lijn 1-4. Het resultaat wordt gerelateerd aan de het plan en als het niet voldoet worden er regels bijgemaakt. Dit is meestal een top-down benadering. Op 4 vindt er daardoor vermeerdering plaats. Er is daar aanwas, meer schillen, meer kleren, meer kapitaal. Maar het gaat om uiterlijkheden. Kleren maken de man, of in een bedrijf het imago.
Idealiter is het resultaat in overeenstemming met het plan en kan het proces, als in de hexade beschreven, doorlopen naar 2 en vandaar verder. In de praktijk gaat het echter maar zelden zo. Vandaar dat er, begrijpelijk eerst een evaluatie plaats vindt. Dit geschiedt op de lijn 4-7. Is wat er is gemaakt in overeenstemming met het plan? Zo niet, dan worden er regels op 1 bijgemaakt die op 4 leiden tot een nieuw resultaat. Dit is rechtsdraaiend. Een vergelijking met een schroevendraaier leert dat een rechtsdraaiende schroef zo vast raakt. Systemen die uitsluitend functioneren via de gang 7-1-4 lopen dus vol ongewenste resultaten, bijstellingen van het plan met bijgemaakte regels en er ontstaat een complete bureaucratie.
Cornelis in zijn boek De Logica van het Gevoel, noemt in een overeenkomstig verband de driehoek 9-3-6 een natuurlijk systeem en 7-1-4 een hiërarchisch of bureaucratisch systeem.
De hoofdkenmerken van de driehoek 9-3-6, zoals besproken in Hoofdstuk 1 (mogelijkheden, drive en vorm) komen op dit lagere niveau in de materiële werkelijkheid in zekere zin weer terug. In de driehoek 7-1-4 is het dus op 7 het plan als historie van gerealiseerde mogelijkheden. Op 1 de mission statement, dat waar men zich aan te houden heeft, met name de regels. Op 4 is wat het dan draagt, wat het resultaat is van het proces 7-1 en 1-4. 4 is het doel. Het is niet het einddoel. Dat ligt verderop zoals wij zodadelijk zullen zien. Het is het eerste doel, namelijk iets maken op grond van het plan en de regels, dat jammer genoeg vaak voor het eindresultaat wordt aangezien.
Wat er gebeurt is vaak dat vanuit een plan en het systeem, waaronder de regels vallen, een resultaat wordt bereikt dat gemeten aan het plan in de lijn 4-7 niet goed genoeg wordt geacht. Op de lijn 4-7 wordt gecheckt op het resultaat en het plan met elkaar in overeenstemming zijn. Omdat dit vaak niet het geval is en het plan, het idee een zekere mate van onaantastbaarheid heeft, worden er regels bijgemaakt op 1 in een vervolgcyclus om daarna het resultaat op 4 te verbeteren. Dit draait zichzelf muurvast zoals wij vanuit de praktijk van alledag allemaal heel goed weten.
Vooruitgang zit als het ware in onze hoofden in deze driehoek gevangen, rechtsdraaiend en vaster en vaster met meer plannen en meer regels. Het systeem wordt dus steeds voller. Wat zelfs vaak gebeurd is dat hele er systemen bij worden gemaakt, alleen om één plan of een onderdeel in uitvoering te kunnen brengen. Punt is dus niet alleen regels en wetten, maar met name het systeem waarin deze werken.
2.2. Het proces 7-4-1 De fasen vervolg
Het enneagram laat zien dat in een andere benadering het inderdaad anders kan. In feite is het een kwestie van fase, rechtsom of linksom: 7-1-4 of 7-4-1. De driehoeken kunnen links- en rechtsdraaiend zijn. Bij linksdraaiend, net zoals bij een schroef, wordt het losgemaakt, bij rechtsom vast.
Als het proces wordt omgekeerd, wordt bij 7-4-1 gekeken naar het doel, (op 4) in relatie tot de visie (op 7), waarna op 1 kan worden bezien of het mogelijk is de relatie 7-4 te faciliteren met regels. Een andere mogelijkheid is om te bekijken of, gelet op de regels op 1 en het resultaat op 4 het plan op 7 wel deugt. Maar klaarblijkelijk is het moeilijk om deze andere fase te nemen. Wat hier tevens blijkt is dat het punt van waaruit het proces gestuurd wordt punt 7 is. Dat beslist uiteindelijk. Wij zeggen dan ook dat de lijn 1-4 wordt gestuurd door punt 7, het verhaal. Hier wordt grafisch ook weer zichtbaar dat de lijn 1-4 op de linkerkant in het enneagram, de kant van het doen, wordt beheerst door punt 7, gelegen in de rechterkant van het enneagram. (Links en rechts gezien vanuit het grafische model zelf).
In de driehoek 7-1-4 is het systeem van de gehoorzame mens te zien, de mens die om veiligheid te krijgen in de alledaagse werkelijkheid, een veiligheid die er was in 9-3-6, simuleert dat met meer regels de veiligheid toeneemt. Het doorbreken is naar het lijkt alleen mogelijk door op 4 “revolutie” te maken en dan de andere kant op te gaan naar 2, of door het proces om te draaien. In het enneagram staat de 4 ook voor rebellie, voor de tuinman die snoeit, ook nog een achetypische imprint van de stekelige Schorpioen.
Als u kijkt naar de Franse Revolutie, dan waren de kernbegrippen: Liberté, Egalité en Fraternité. Dat wil zeggen, 7, 1 en 2. Maar om op 2 te komen, kan dat alleen kennelijk via 4 en dus met revolutie. Op 4 ontstaat dan ook het eigene, het unieke, de individualiteit. De Franse Revolutie is een voorbeeld waar de verandering alleen uiteindelijk via revolutie tot stand kon komen. Of er historische voorbeelden van een fluwelen omkering zijn, kan vanuit hier niet worden beoordeeld. In ieder geval gaat het er om, in de rotatie van 7-1-4 uit dit systeem te ontsnappen naar de driehoek 2-8-5.
Wat de grafische weergave heel mooi laat zien is dat om in de driehoek 7-1-4 een soort automatisme zit. Als er niets wordt gedaan blijft hij doordraaien en draait zich vast. De weg eruit is de draairichting, dus de denkprocessen omdraaien, dus van fase wisselen. Maar dan wordt ook nog iets anders zichtbaar. Draait de faserichting eenmaal linksom, dan wordt het ook veel makkelijker mogelijk om in de driehoek 2-8-5 te komen.
Het laat tevens zien dat als op 4 het resultaat niet aan het plan voldoet, wanneer er geen feedback is, de stap van 4 naar 2 veel moeilijker is om te maken. Niet voor niets zitten er in het enneagram in de hexade 2 hele scherpe hoeken, namelijk 1-4-2 en 8-5-7.
Wat in de praktijk uiteindelijk moet gebeuren is een samengaan van beide driehoeken in fase en tegenfase. In plaats van één kant uit te draaien moet het proces dus worden omgekeerd. Dit noemen wij “reverse”. De reverse kan alleen geschieden vanuit de 7. Om het resultaat te veranderen moet eerst het verhaal veranderen en tevens de regels, het systeem adequaat worden aangepast. Het heeft geen zin om met hetzelfde verhaal de regels aan te passen, tenzij die al niet deugden. Het proces loopt idealiter dus vanuit 7 met adequate regels op 1 naar een resultaat op 4 dat wordt getoetst aan het verhaal op 7. Er zijn dan 2 mogelijkheden. De eerste is om door te lopen en als het resultaat van de toetsing 4-7 niet voldoet de regels te veranderen, waarna weer een resultaat op 4 ontstaat dat weer getoetst wordt, et cetera. Hier ziet u in de praktijk de premisse dat het plan altijd deugt en dat door betere regels te maken het resultaat bereikt kan worden. Dit is de maakbaarheid van de samenleving. De tweede mogelijkheid is dat de reverse plaatsvindt. Dan wordt vanuit 7 het plan naar het resultaat gekeerd en als het resultaat niet voldoet gaat het terug naar de regels op 1. Dan wordt vanuit het te bereiken (en dus niet het bereikte) resultaat naar de regels (het systeem) gekeken en wordt vastgesteld vanuit het idealiter te bereiken resultaat welke regels er minimaal moeten zijn. Het is dus een heel verschil of de regels worden gemaakt vanuit het idee met toevoeging als het resultaat niet goed is, of dat de regels worden aangepast vanuit het idealiter te bereiken resultaat. Als dan blijkt dat het resultaat zo nooit te bereiken is, dan deugt kennelijk het plan niet. In de praktijk komt deze wijze van doen kennelijk weinig voor.
Een voorbeeld om uit de wurggreep van een doorgaand 7-1-4 proces te komen is het afschaffen van alle regels en het teruggeven van de verantwoordelijkheid aan de mensen zelf. Als alle verkeerslichten en –borden worden afgeschaft, dan moeten de mensen wel voorzichtig rijden. Dan krijgen zij weer verantwoordelijkheid, c.q. moeten die wel nemen.
De vrijheid wil niet graag naar 1, maar veel liever naar 4, maar blijkbaar doen wij het anders.
2.3. Drie voorbeelden
Nog op een andere manier gezegd: Op 7 zit visie, ontwerp, plan maar ook grenzeloosheid. Maar de grenzeloosheid van 7 is een andere dan die van 9. Op 7 gebeurt het op aarde en zij vertaalt zich in een verhalende vorm: hetgeen voorgesteld, bedacht kan worden.
Op 1 zit dan wat nodig is om het te maken. Als u architect bent, is het ontwerp op 7, de kwaliteit op 1 en de originele tekening op 4.
Wij nemen hier even een zijsprong. Ook op 7 zitten bijvoorbeeld de zelfstandige staten die een idee hebben over hoe het land moet worden geregeerd. Zij hebben een systemische ordening van de sociale omgeving op 1 en de samenleving zelf, de sociale orde, het resultaat van het staatsidee zitten op 4. Een communistische samenleving die vanuit de ideeën van Karl Marx is opgezet heeft vanuit de idee de ordening van de samenleving opgezet die een vrije mens wil bereiken. Het blijkt echter dat in een top-down strucuur de feed-back om zo’n samenleving leefbaar te maken ontbreekt. Het systeem liep uiteindelijk economisch vast op zijn starre dogmatiek van regelgeving op grond van het ideaal.
Een ander voorbeeld zijn de internationale commerciële conglomeraten. Deze zijn tegenwoordig door het feit dat ze over de hele wereld werkzaam zijn zo machtig dat ze zich, als het zo uitkomt niets van de statelijke regels (op 1) willen aantrekken. De staten proberen het in de hand te houden met meer regels, maar dat werkt zichzelf uiteindelijk tegen.
Voor ieder mens staat het persoonlijke verhaal ook op 7. Waarbij een mens op 1 normen en waarden oppikt waarmee op 4 het resultaat wordt gepresenteerd, dat is wie u bent op ego niveau. In Deel II komt dit nog verder aan de orde. Hier dient het als adstructie voor de werking van de driehoek 7-1-4.
Het tweede voorbeeld is dat van het Verhaal, de kerk en de mens. De laatste 2 tezamen, de kerk-mens, werkt niet meer. Dus wordt het Verhaal voor de mens belangrijk. Als de bijbel, het Verhaal, net als Gods Plan op 7 worden gesitueerd kun je direct daaraan gekoppeld de gelovige mens op 4 zien. Er is dan een rechtstreekse lijn tussen begin en resultaat. Dit was in het christendom nog het geval bij de eerste christenen en misschien wat later bij de gnostici. De “werkelijkheid” neem het als het ware altijd over en dan gaat het anders. Er komen structuren, de Kerk, er komen regels en wetten in de vorm van dogma’s en recht en op een gegeven moment ben je ineens geen christen meer als je niet in de Kerk gelooft. Dan is de Kerk, in plaats van instrument op 1, ineens zelf object van geloof geworden en is dus op 7 komen te zitten. Als dat gebeurt wordt zichtbaar wat in totalitaire regimes voor iedereen duidelijk is, namelijk dat de Leer gehandhaafd wordt op grond van regels die even onbuigzaam zijn als de Leer zelf, eigenlijk tot de Leer behoren. Dat op 4 het resultaat daar niet meer aan beantwoordt is dan jammer voor het resultaat. De gang van zaken met het communisme levert ampel bewijs.
Als mag worden aangenomen dat de Christelijke leer voor mensen uit het verleden een goede en juiste boodschap was, passend bij wie zij waren, dan blijkt nu dat de mensheid van nu niet zoveel meer kan met de doorgaande beweging van 7-1-4-7-1-4 enzovoort. Zij willen het resultaat rechtstreeks toetsen aan de leer en dan afbouwen wat er aan verstoring op 1 aankleeft. Mogelijk geldt dit voor elk zingevingsysteem, religieus of niet en het feit dat er meer dode dan levende godsdiensten zijn spreekt boekdelen. De roep in de politiek om terugdringing van de regelgeving heeft in wezen eenzelfde achtergrond. Maar de werkelijkheid is weerbarstig zoals wij kunnen zien.
Soms werkt dan slechts nog wat in de communicatietheorie een paradoxale interventie heet, een interventie die iedereen zo op het verkeerde been zet dat hij wel móet nadenken, móet veranderen. Een voorbeeld, het is al genoemd, zou zijn om in het verkeer alle regels, alle lichten, echt alles af te schaffen. Het gaat vast langzamer, maar ook veel behoedzamer met hoogst waarschijnlijk veel minder ongelukken.
Het derde voorbeeld gaat over de samenhang met chaostheorie. Als de relatie 7-1-4 in stand blijft in, dan wordt het verhaal bij 4 steeds voller, ofwel, er zijn steeds meer aangroeisels die via 1 de heel zaak voller maken, maar ook onoverzichtelijker.
In het bedrijfsleven gebeurt dit ook. Daar kan het probleem tijdelijk worden opgelost door heldere taken te stellen, maar daaraan is ook een einde en dan móet je eruit.
In de lijn 1-4 zitten 2 componenten. De ene is die van de kwaliteit, de andere die van de macht. Als op een gegeven moment de verhouding 1-4 vol raakt, dan ontstaat het fenomeen dat de lijn van boven naar beneden nog wel lijkt te functioneren, maar die van beneden naar boven niet. Dat is dus de fase vlak voor de revolutie. Als echter in die situatie de kwaliteit behouden blijft, maar de macht loskoppelt, dan kan het goed blijven gaan. In zekere zin lijkt dit proces in Nederland op dit moment zichtbaar. De samenleving wordt steeds voller gepropt met regels. Er zijn letterlijk regels voor alles en het totaal van regelgeving neemt ook nog steeds toe. Dat is de lijn 4-1. Die zit boordevol. Als het proces in de lijn echt vol is, er kan niets meer gebeuren omdat als iemand ook maar iets doet er altijd een regel van de een of andere makelij wordt geschonden. Als de feedback naar boven aan dovemansoren is gericht treedt stagnatie in.
In de termen van chaostheorie kan dit ook goed begrepen worden. Elk proces en elke organisatie bestaat uit een aantal communicatieve interacties. Als het aantal interacties te gering is ontstaat stagnatie, want dan dooft de interactie uit. Als het aantal communicatieve interacties te groot is, ontstaat chaos. Dit teveel of te weinig aan communicatieve interacties ontstaat als gevolg van de regelgeving, het systeem op 1. Managers smoren of doen te weinig. Het beste wat ze kunnen doen is helemaal niets, want dan gaan de medewerkers die op 4 zitten hun eigen processen rechtstreeks binden aan de lijn naar 7, waar de gezonde organisatie zit. Regelgeving en controle, vooral als ze repressief zijn, zijn uiterst gevaarlijke instrumenten.
3. slot
In het volgende hoofdstuk gaan wij verder met de driehoek 2-8-5.