Deel II – Hoofdstuk 4
Milieu: Het 4e cijfer van het profiel
1. Inleiding

In dit hoofdstuk behandelen wij het 4e cijfer van het Persoonlijke Enneagram Profiel. Gingen de eerste 3 cijfers over eigenschappen van de persoon zelf, het 4e cijfer is van geheel andere aard en orde. Het totaal van het PEP wordt als het ware de mens met zijn “container”, de omgeving waarin hij moet leven om tot zijn recht te komen.

Het centrale woord bij het 4e cijfer is het milieu. Het milieu is van ongelofelijk groot belang. Wij komen er steeds meer achter dat het veronachtzamen van ons milieu in wezen meteen onszelf raakt.

2. het 4e cijfer als achtergrond, als horizon

Het refereert aan het milieu waarin de mens het beste gedijt, waarin hij zich thuis voelt en waarin hij zijn beste prestaties levert. Het milieu in de betekenis van het 4e cijfer kan goed worden vergeleken met milieu in biologische zin. Planten en dieren hebben een milieu waarin zij gedijen, of niet. De mens heeft op een soortgelijke manier ook een milieu dat het beste bij hem past. De ene mens voelt zich senang aan zee en de ander in de bergen. Deze soort verschillen kunnen in te termen van het enneagram in het 4e cijfer zichtbaar worden gemaakt.

Andere termen om het woord milieu te omschrijven zijn bijvoorbeeld het landschap, het toneel of de omgeving.

Maar net zo als het fysieke milieu in de gewone werkelijkheid in wezen niet op de voorgrond staat, zo is dat ook hier het geval. Het milieu in de betekenis in het profiel zien wij als een soort achtergrond waartegen alles zich afspeelt, een soort van coulissen. Maar desalniettemin van levensbelang. Een toneelstuk met de verkeerde coulissen wordt een flop en een plant in het verkeerde fysieke milieu gaat dood. Zo is het hier ook. Het milieu is een soort vanzelfsprekendheid, die wanneer het niet klopt letterlijk ziek-makend kan zijn. Ook hier is er een perfecte parallel met onze huidige wereld. Wij komen erachter dat als we ons milieu stuk maken we er zelf aan gaan.

Het is reeds eerder aangeduid dat in dit 4e cijfer iets aan de orde komt dat in de betekenis van de eerdere elementen niet aanwezig was. Zijn de eerste 3 cijfers van het profiel nog een beschrijving van uw psychische bagage, het 4e cijfer gaat eerder over uw psychosomatische omgeving of achtergrond.

In de neuro-anatomie is tegenwoordig de notie geaccepteerd dat elke staat van zijn, waaronder die welke onder de eerste 3 cijfers vallen, een complement heeft in de fysieke staat van het psychosomatische. Kortom om te kunnen denken is een fysieke staat van het brein nodig om dit te realiseren. Dit geldt eveneens voor Verlichting. Zonder die fysieke realiteit is al het andere onmogelijk of tenminste onkenbaar. Het 4e cijfer gaat nu over de inbedding in de termen van het enneagram van de psychosomatische vlak. Dat wil zeggen dat alle omschrijvingen die wij tot nu toe gemaakt hebben vrijwel onbruikbaar zijn. Het gaat, anders dan bij de andere cijfers niet om een beschrijving van een herkenbaar psychisch gevoel maar om een veel lichamelijker gevoel. Of anders gezegd, het gaat om de herkenning van het gevoel van fysiek thuishoren dat al het andere mogelijk maakt of ten minste in enigerlei mate bevorderd.

3. Het 4e cijfer als slakkenhuis

Dit 4e cijfer beschrijft u niet persoonlijk, maar beschrijft als het ware uw huis. Maar omdat het uw huis is en u zich erin thuis voelt lijkt het alsof het een beschrijving is van uzelf. In wezen is het een beschrijving van de omgeving die u zelf zou willen scheppen. Iemand met als 4e cijfer een 1 zal een omgeving scheppen, want daarin voelt hij/zij zich thuis, die in enneagram termen van 1 kan worden beschreven. Deze omgeving, bijvoorbeeld zijn huis, zal vaak een ordening en wellicht iets koels, klinisch hebben, mogelijk met veel wit en zwart, weinig overdadige meubelen, van een simpele, soms kale soort. Het kan heel comfortabel zijn, dat is niet het punt; de eerste insteek zal toch vooral instrumenteel en handig zijn. Dit is een voorbeeld van een eenvoudig beschrijving op het niveau van manifestatie.

Hier rijst het beeld op van een slakkenhuis. Het hoort bij de slak en toch weer niet. Het staat in zekere zin ook los van de slak. Hij verwisselt het soms voor een groter huis. Maar hij draagt het met zich mee. zo is het ook met het milieu. De persoon is het niet, maar maakt het wel.

Wat niet genoeg benadrukt kan worden is dat, anders dan bij de eerdere cijfers van het profiel het geval is, hier bij het vierde cijfer het niet gaat om wat u zelf bent. De essentie, wil en kredietverwachting bént u, zitten als het ware in u en vinden hun expressie in het gedrag dat u zelf vertoont. Het milieu van het 4e cijfer bént u niet. Het is een beschrijving van waar u aardt, waar u zich senang voelt, ook waardoor u aangetrokken wordt en die u daarmee ook mede creëert. Het milieu is bijna nooit in zuivere vorm voorhanden. Maar als u moet functioneren in een milieu waarin u zich niet thuis voelt, dan gaat het mis. U kunt ziek worden, of erger.

Dit kan worden geëxtrapoleerd naar een groter verband, namelijk dat van de samenleving. Viel vroeger, lang geleden het milieu nog samen met de samenleving, bijvoorbeeld in een dorp, nu is dat niet meer zo. De samenleving valt steeds minder samen met het milieu en steeds minder mensen voelen zich er in thuis. De “eisen” van de samenleving zetten het milieu ook onder steeds grotere druk. Geen wonder ook dat het milieu steeds belangrijker is geworden.

Men kan dat ook herkennen in de wijze van oorlogvoering. Deze is niet meer op de mens als individu gericht, maar op zijn milieu. Als dat wordt aangetast gaat de mens er vanzelf aan. De mens kan niet zonder zijn milieu.

4. De verschillende vormen van het milieu

Voor het begrip milieu maken wij onderscheid in de vorm van de reflectie van de imprint van de Scheppingsdriehoek, 9-3-6. Hiermee wordt dus als het ware een dubbel gelezen van wat er in de andere cijfers al voorhanden was in het Persoonlijke Enneagram Profiel. Dit wil dus zeggen de essentie, (9) als de aard van dit milieu. De wil (3) als de hoedanigheid, de richting ervan en de manifestatie, vorm of incarnatie (6), de wijze waarop het wordt verwerkelijkt.

Wij bespreken deze elementen nu iets uitgebreider.

A. De manifestatie, vorm, incarnatie (6)

Het milieu is in vele vormen voorhanden. Het is er in de vorm van water, zout en zoet, meren, rivieren en oceanen, land, bossen, moerassen, weiden, bergen, sneeuw en ijs. Dit is het fysieke milieu. Dit kan geheel overdrachtelijk worden begrepen.

Nu is het niet zo dat het milieu bij de beschrijving van een enneagram type in zo’n, zuivere vorm gelezen kan worden, maar wel in een vorm die door het 4e cijfer wordt bepaald. Zo kan, als voorbeeld, het landschap van de 1 worden omschreven als geordend. Dat wil dus zeggen dat iemand met als 4e cijfer een 1, een 1-milieu, zich niet thuis zal voelen in een oerbos of wildernis, maar eerder in een aangelegd en keurig onderhouden park met mooie rechte borders die netjes zijn bijgewerkt.

B. De Aard, (9)

In overdrachtelijke zin houdt dit in dat een het milieu van 1 altijd gaat om ordenen, een van de kernactiviteiten van het bestaan. Omdat het bij 1 toch vooral ook om kwaliteit gaat speelt dit element een belangrijke rol. De 1 ziet zijn milieu vooral in de vorm van een kwalitatieve ordening. Is die afwezig of niet te vinden, of voelt hij zich er niet in thuis, dan heeft dat repercussies.

Zo wordt elk milieu gekenmerkt door een basisactiviteit van het bestaan. Uiteindelijk is het enneagram een grammatica van het leven.

Deze basisactiviteiten zijn:

9. Het ont-dekken van het veld van mogelijkheden

1. Ordenen

2. verbinden, liefhebben

3. groeien

4. veranderen

5. betekenis geven

6. kiezen

7. ver-lichten, illumineren

8. verwerkelijken (in 2 betekenissen, zie hierna).

Wij hebben deze basisactiviteiten in de vorm van werkwoorden weergegeven. Het gaat bij het milieu om doen.
Hierbij kan worden opgemerkt dat eenzelfde fysieke omgeving in de verschillende beschrijvingen van het milieu verschillend wordt gelezen.
Het totaal van de fysieke werkelijkheid, als verondersteld objectief gegeven, wordt als het ware gefragmenteerd waargenomen als milieu in de hier bedoelde betekenis.
Een milieu van 1 kan geen oerbos zijn, omdat het iedere mogelijkheid mist om er ordening in te lezen. Maar een persoon met een 2-milieu of met een 4-milieu of een 7-milieu kan er zich helemaal in thuis voelen.

C. de hoedanigheid, de richting (3)

Op deze wij kan ook gezegd worden dat in het milieu van 1 ordening “gelezen” wordt. Met het begrip lezen bedoelen wij dat in het betreffende milieu de volgende elementaire elementen als het ware zich opdringen om erkend te worden.

Overgezet naar het 4e cijfers leest de

9: mogelijkheden

1: ordening

2: verbinding, liefde

3: groei

4: verandering

5: betekenis

6: haalbaarheid

7: glans

8: het slagveld

5. Andere vormen van benadering van het begrip milieu

Op nog weer een andere manier kan het milieu worden gezien als de topos, als plaats waar zich de kernactiviteit het meest zuiver voordoet.

Dit is voor:

9. de ongerepte natuur

1. het landschap van westelijk Nederland vanuit de lucht in zijn principiële geordendheid

2. onder de kerstboom zitten

3. het marktplein, de drukte, het lawaai ervan

4. het pretpark maar ook de snijzaal

5. Machu Picchu en de Pyramiden

6. de alledaagse werkelijkheid, de doorzonwoning

7. Het Carnaval van Rio

8. De Wereld, maar ook de Leegte. (zie hierover later)

Wij geven deze soort beschrijvingen om een gevoel te krijgen waar het hier om gaat. Het milieu is een soort psychosomatische werkelijkheid die deels fysiek en deels geestelijk is. Het zijn uitdrukkingsvormen die, afhankelijk van de persoon worden ervaren als al of niet passend voor hemzelf.

Als voorbeeld weer 1, waar milieu als aard kan worden opgevat als dat van de systematisering van de grote religieuze stelsels. Het gaat daarbij niet om wat ervan geworden is, dus wat wij nu daarin voorhanden hebben, maar om de vraag in welk spiritueel milieu van 1 iemand zich kan thuis voelen. Dat zou dan de gedogmatiseerde vorm van religie kunnen zijn.

Het is bekend dat een 7 het in een kantoorbaan vaak moeilijk zal hebben. Dit is inderdaad zo, indien de omgeving van kantoor geen glans heeft, of niet van glans voorzien gelezen kan worden door een persoon met een 7-milieu. Dat dit in een saai kantoor eerder het geval zal zijn, is begrijpelijk, maar de glans kan in een 7-milieu in onverwachte en zelfs kleine dingen zitten.

Wat wij mensen doen is het “lezen” van de informatie van het milieu. Deze informatie wordt gelezen in de termen van het enneagram.
Dit kan ook het niveau zijn waarop een archetypisch beeld geplaatst wordt in het milieu.

Dit is voor

9: De Heilige

1: De Wetgever, Mozes, Hammurabi

2: De Moeder-Godin, Christusbewustzijn

3: De Magier

4. De Artiest

5. De Mysieke filosoof, de Wijze vrouw

6. De (tragische) Held

7. Het Magische kind

8. De Strijder.
Het gevaar ontstaat hier dat een persoon zich gaat identificeren met een hier genoemd archetype. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Waar het ons om te doen is dat er een beeld bij de lezer ontstaat van bijvoorbeeld de Mystieke filosoof en in wat voor soort psychosomatische omgeving die geplaatst kan worden. De Wetgever van het 1-milieu geeft dit mooi weer. Uiteraard is er het beeld van Mozes die met de Stenen Tafelen de Berg Sinaï afdaalt, maar er hoort ook bij dat de Wetgever bepaalt wat goed is en wat niet en daarmee bepaalt wat wel of niet kwaliteitsniveau heeft.

6. Conclusies over de 3 niveaus

Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het 4e cijfer belangrijker is dan wij vroeger dachten. In de eerste plaats kunnen wij niet zonder een milieu. Daarin moeten wij het doen als levende fysieke wezens. Het milieu zelf moet aan die bepaalde voor ons vereiste fysieke kenmerken voldoen om ons in een situatie te kunnen plaatsen waarin wij niet alleen kunnen leven, maar ook gedijen. Wordt daaraan niet voldaan, dan ontstaat er een geweldig probleem. Dit kunnen we nu overal om ons heen zien. De mensen raken juist door de milieuproblematiek namelijk verdwaald. Ze voelen zich niet meer thuis en de angst grijpt om zich heen. Wij zijn er nog steeds als individu, maar wat gebeurt er met ons als wij niet meer kunnen aarden in het milieu, of wanneer het fysieke milieu wordt verstoord? Deze vraag stellen is hem beantwoorden.

In de loop van de ontwikkeling van dit boek is dan ook de vraag gerezen of het profiel, dat wij normaliter van links naar rechts lezen, niet ook, of soms zelfs zinvoller van rechts naar links gelezen kan worden. Dus dan begin je met het 4e cijfer te duiden en daaraan de andere, eerdere cijfers te relateren. Dit punt is nog in onderzoek, maar wij raden ieder die met een persoonlijk profiel werkt, of het nu voor zichzelf of voor anderen is, aan om beide methoden te gebruiken.

7. Het milieu en het gedragstype

Zoals al eerder gezegd, het 4e cijfer is dus iets wat u niet bént. Een mogelijk probleem is dat iemand zich met zijn milieu gaat vereenzelvigen. Dit is het gevaar zoals wij het zien met het gebruikelijke enneagram van gedrag.

Het 4e cijfer is soms ook wat in het normale enneagram het type wordt genoemd. Soms komt het 4e cijfer van het profiel overeen met wat gewoonlijk in het gebruikelijke enneagram van gedrag het type wordt genoemd. Dat berust dan op toeval. Het type van gedrag hoeft namelijk niet overeen te komen met het 4e cijfer en is regelmatig, zo lijkt het na lange waarneming de opposiet van het 1e cijfer. Dus iemand met een essentie 4 heeft dan als gedragstype een 8. Maar hij kan een heel ander 4e cijfer hebben. Het kan dus voorkomen dat het 4e cijfer inderdaad ook overeenkomt met het gedragstype.

Het gevaar van het enneagram van gedrag is, zoals wij dat zien, dat identificatie plaats vindt tussen het type en het gedrag. Dit is natuurlijk makkelijk als de beide ook nog overeenkomen. Dit is op zich niet negatief, mits bedacht wordt dat het niet om uzelf gaat die zo is, maar dat het eigenlijk het lekkere warme bad is waarin u ligt. De vereenzelviging kan dan tot gevolg hebben dat u gaat denken dat u het ook bent en dan ontstaat het beeld van de kikker die langzaam wordt gekookt in het warme water en het is te laat als hij ontdekt wat er echt aan de hand is. Dit lijkt een wat dramatisch voorbeeld, maar het geeft in essentie weer wat de betekenis en de uitdaging van het 4e cijfer is in die gevallen.

8. De omschrijvingen

Anders dan bij de vorige cijfers van het profiel geven wij hier niet een schema als handvat. De reden is dat het 4e cijfer niet als object gevat kan en mag worden. Het is de achtergrond en het moet ook zo blijven. Om die reden is het abstractieniveau van de beschrijving veel hoger.

De wereld begint bij 9.

Het milieu van 9 is het veld van mogelijkheden dat wordt geëxploreerd, ont-wikkeld en ont-dekt, waarin in wezen niets wordt gedaan, geen ambitie is om iets te doen, maar overal aandacht aan wordt gegeven; waar niet wordt gekozen, waar niet met de vingers, maar met de ogen wordt gekeken; het is de plaats waar alles al, of nog steeds volmaakt in zichzelf is. De specifieke topos is de Natuur die ongerept blijft.
Kern is heldere aanwezigheid, Bu wei.

Hierna vindt er een ontwikkeling plaats. De natuur van de 9 blijft niet ongerept. Wij gaan er men onze vingers aan zitten. met als gevolg het ontstaan van de wereld.

De eerste is die van 1, waarin ordening wordt gebracht.

Het milieu van 1 is waarin de principiële ordening en geordendheid der dingen, zowel fysiek als psychisch het mogelijk maken de wereld in zijn ordening te begrijpen en daarmee kwaliteit mogelijk te maken en te doen.
De topos van 1 is het Nederlandse landschap vanuit een vliegtuig gezien: de geordendheid, keuken, infrastructuur.

Kern is ordening

Na de ordening in het 1-milieu worden de verbindingen aangebracht.

Het milieu van 2 is waarin de dingen fysiek en psychisch in hun engagement en betrokkenheid met en in elkaar gezien kunnen worden op een manier die het mogelijk maakt deze Verbinding wezenlijk te voelen en daarmee Liefde uit te stralen.
De topos van 2 is de kerstboom waar allen gezellig onder zitten en met elkaar verbonden zijn.

Nadat alles is geëxploreerd, (9) geordend (1) en verbonden (2) is alles nog statisch. Er is nog niets gebeurd. Nu ontstaat in 3 een beweging.

Het milieu van 3 is dat van de beweging, de beweging als beweging en de beweging als doel; het bewegen zelf is waar het om gaat. Er is een zwakke notie van een teleologie van het bewegen in de vorm van groei.
De specifieke topos is dat van de marktplaats, daar waar het gebeurt, de drukte het lawaai.

Na het bewegen van 3 vindt in het milieu van 4 de verandering in vele vormen plaats

Het milieu van 4 is inherente verandering, alles verandert, alle kanten op, naar illusie en waan maar ook naar de kritische snoeier die alles fileert.
In het milieu van 4 wordt als vanzelfsprekend de illusie maar ook de zuivering gelezen.
De specifieke topos is het pretpark, de film, fictie, de kroeg en de roman, maar ook de snijzaal.

Na 4, waarin alles wordt veranderd, komt op 5 het geven van betekenis

Het milieu van 5 is waar in alles de als het ware inherente betekenis zich opdringt; waar met betekenis de waarde is bepaald
De specifieke topoi zijn de heilige plaatsen zoals Macchu Piccu en de Pyramiden.

Na het be-tekenen van 5 wordt alles op zijn haalbaarheid en duurzaamheid getoetst. 5 is het bepalen van de waarde en nu komt op 6 de schifting en de haalbare waarden mogen door.

Het milieu van 6 is de leefbare wereld, waar alles wordt getoetst op zijn haalbaarheid, duurzaamheid, zijn ”sustainability” en waar gelezen en gekozen wordt om de wereld ook in stand te houden.

De specifieke topos is de maatschappij zelf.

7: Hier wordt de wereld die nu is ontstaan ver-licht, van licht en glans voorzien en lichter gemaakt.

Het milieu van 7 is waar alles van glans is voorzien, geïllumineerd is, vreugdevol is uit zichzelf, waar de mens als Magisch Kind vol blijdschap speelt en zijn imaginatie ineens als werkelijkheid ervaart; de plaats waar vuurwerk de ver-lichting vormt.

De specifieke topos is het ouderwetse Carnaval, het Carnaval van Rio, in wezen de speelplaats waar kinderen spelen.

Nu alles van glans en licht is voorzien komt het einde: de 8.

Deze zien wij in 2 vormen. De eerste is die van de werkelijkheid, waar met beide voeten op de grond staan in die werkelijkheid in wezen de grootste deugd is. De beschrijving van dit milieu is:

Het milieu van 8 is waar de wereld wordt gezien voor wat zij is, de werkelijkheid waarin het leven zich afspeelt in al zijn facetten; waar de stap ook wordt gezet om met 2 benen en met beide voeten op de grond in de wereld te staan, deze tot zich te nemen, te “consumeren”, in de zin waarin de vereniging wordt gevierd.

De specifieke topos is de wereld zelf.

De andere vorm is die waarbij voorbij de werkelijkheid wordt getreden. Dan ontstaat de Leegte. Die heeft geen vorm en kan niet worden weergegeven, maar net op het moment voor dat dit geschiedt ontstaat nog een glimp. Die wordt weergegeven met het volgende plaatje.

Het milieu van 8 is waar gezien is dat de wereld in al zijn vormen niet meer is dan Leegte; waar de beslissende stap over de rand het vertrouwen heeft dat op lucht kan worden gelopen; waar de onthechtheid zijn vorm krijgt in de “godsnar” die met zottenkleding en een knapzakje zich niets meer hoeft gelegen te laten liggen aan wat anderen ervan zeggen. Dit is het moment vlak voor de non-dualistische eenwording met de Leegte, de Werkelijkheid en het Al.

9. Slot

Het is niet onze opzet dat u met deze beschrijvingen aan de slag gaat om nu te kunnen zeggen hoe het x-milieu er precies uitziet. Het milieu is een achtergrond gegeven en moet dat ook blijven. Door het precies te gaan invullen wordt het naar de voorgrond gehaald en dan wordt het gekunsteld en zit er niets anders op dan gekunstelde en geknutselde omgeving te scheppen. Dat doen we maar al te veel. Wie een kwartier televisie kijkt ziet dit.

Met opzet zijn deze beschrijvingen dus abstract gehouden. Wij hebben geprobeerd om de beschrijving van het 1-milieu vanuit dit milieu zelf gezien te beschrijven. Maar wie een ander milieu heeft zou een iets andere beschrijving kunnen geven waarin het eigen milieu gaat meespelen.

Zo zal een persoon met een 2-milieu het 1-milieu altijd waarnemen vanuit zijn eigen 2-milieu. Dan zou het er aldus uit kunnen zien: Het milieu van 1 is waar door middel van het lezen van de kwaliteit van verbindingen ordening wordt gebracht.

Een beschrijving van het 1-milieu vanuit 5 zou er uit kunnen zien als volgt: Het milieu van 1 is waar de ordening en kwaliteit ontstaan uit betekenis. Een 2 of een 5 zullen dus ook nooit dezelfde ordening kunnen aanbrengen als de persoon met 1-milieu. Het is hun milieu dan ook niet, al kunnen ze er wel, uitsluitend vanuit hun eigen gezichtshoek naar kijken.

Een beschrijving van een 5-milieu gezien vanuit 1 zou kunnen zijn: Het milieu van 5 is waar kwalitatieve ordening de betekenis als vanzelf voortbrengt. Een persoon met een 5-milieu zal dat zelf nooit zo kunnen zeggen, omdat niet de kwalitatieve ordening, maar de betekenis zelf voorop staat om die betekenis te genereren. In wezen is de beschrijving van elk milieu, gezien vanuit dat milieu dan ook circulair. Dit is, anders dan in de argumentatieleer, hier geen bezwaar. Orde in het 1-milieu kan alleen vanuit zichzelf worden gezien, net zoals verbinding in het 2-milieu of illuminatie in het 7-milieu.

Iedere lezer kan dus als hij zijn eigen milieupunt kent een nieuwe beschrijving maken van het 4e cijfer, gezien vanuit het eigen milieu.

einde document