Deel I – Hoofdstuk 1
1. Inleiding Enneagrafisch sysmbool
Het Enneagram is een model waarmee u kunt kijken en kunt leren zien. De manier waarop u kijkt en het model waarmee u kijkt, bepaalt wat u ziet.
In de bekende moderne literatuur wordt het Enneagram vooral als een psychologisch instrument gebruikt.
Het is misschien soms handig als u daarvan wat afweet, omdat de “geur” van het psychologische type ook weer terugkomt in deze andere manier van gebruik van het Enneagram.
In deze cursus wordt het Enneagram gebruikt als grammatica, als structuurmodel voor de “taal”, dat wil zeggen de wijze van zien, de manier om iets te benoemen en ten diepste, de manier van hoe wij als mensen denken.
Waar het Enneagram vandaan komt is niet zeker. Gurdieff, een mysticus uit de vorige eeuw gebruikte het, maar niet als psychologisch instrument. De Soefi, een onderdeel van de Islam, heeft een negencijferig model dat gelijk is aan het Enneagram. Het boek van Schaper en Ressang bevat hierover meer informatie. Op de site www.skepdic.com onder het lemma enneagram staat over het ontstaan uitgebreide (kritische) informatie.
De psychologische invalshoek is gekomen via Oskar Ichazo en diens leerlingen, van wie Claudio Naranjo en Helen Palmer de meest bekenden zijn. Mogelijk is Ichazo beïnvloed door de middeleeuwse monnik Ramon Llull (Tor Waag, The Enneagram and Ancient Christian Ways Enneagram Monthly juli 2003, no 94)
In Nederland is Hanna Nathans een leerlinge van Palmer. In haar boek: “ Werken met het Enneagram” uit 2001, schrijft zij op veel plaatsen dat er een spirituele dimensie is, maar nergens wordt die verder uitgewerkt. Er zijn een aantal boeken van christelijke auteurs die het Enneagram aan de christelijke godsdienst binden, of die Bijbelse figuren en situaties in Enneagram termen beschrijven.
Een interessant voorbeeld hiervan is Parables and the Enneagram van Clarence Thomson, dat aan groot aantal gelijkenissen die Jezus heeft verteld vertaald in Enneagram-termen. Thomson wil daarmee duidelijk maken dat deze gelijkenissen, vertaald in de zienswijze, de grammatica van het Enneagram, een veel helderder betekenis krijgen dan alleen op grond van louter de tekst en christelijke doctrine mogelijk is.
A.H. Almaas is een van de weinige schrijvers die zich met het Enneagram in een spirituele dimensie heeft bezig gehouden. In zijn boek Nine Facets of Unity, in het Nederlands vertaald onder de titel Negen Facetten van Eenheid, beschrijft hij het Enneagram als een diamant die verschillende facetten heeft. De eenheid, de verbinding met de eenheid, is in ieder mens verbroken en de wijze waarop dat is geschied kan worden uitgedrukt in Enneagram-termen. Almaas heeft het daarbij over “essenties”, beschrijft die uitgebreid, maar hij maakt niet duidelijk wat de relatie tussen de essentie en het psychologische type is. Wij zullen zien dat het psychologische type en de essentie lang niet altijd, zelfs meestal niet, samenvallen.
2. De vorm van het symbool van het Enneagram
Het basis symbool van het enneagram ziet eruit als volgt:
Wij gaan het Enneagram gebruiken als een basismodel voor het denken.
Ons denken is beïnvloed door de geschiedenis. De belangrijke invloeden zijn vanuit het Midden-Oosten die van het Joodse en Egyptische denken. Vanuit Azië hebben wij ook de invloed van het Boeddhistische denken ondergaan en als laatste maar niet de minste, het Griekse denken.
Het voert te ver om de specifieke elementen van ons denken terug te voeren op het wortels. Als voorbeeld noem ik dat de monotheïstische religieuze visie afkomstig lijkt uit Egypte en via het Joodse denken een overheersende invloed heeft gehad. Filosofen als Socrates, Plato en Aristoteles, maar ook Descartes en Spinoza hebben diepgaand bijgedragen aan de wijze waarop ons wereldbeeld is opgebouwd.
2.1 De reeks van Fibonacci
Deze benadering is een reeks 1 1 2 3 5 8 13 21
Dit is de reeks in de natuur, die ook blijkt uit het groeien van bladeren aan bloemen. Het kan ook als ontwikkelingsmetafoor worden gebruikt. In de ontwikkeling van de mensheid zitten we nu op 3, dat is dus het vierde niveau. Eerst was alles één. Ons bewustwording is die fase, alles is één, het bewustzijn van het pasgeboren kind, de oceanische fase. Dan komt er iets anders, licht en donker, maar nog niet gescheiden, als projectie van de oceanische fase. Dat is het harmoniedenken in het ene. Het blijft geheel, en uit het geheel komt het geheel voort. Dit is het oude esoterische denken.
Daarna ontstaat het bewust worden van de mensheid. Dat is de polariteit, het denken in tweeën. Het goede naast het kwade.
De volgende stap is in drieën denken. Naast A en B ontstaat 3, de filosofie van de dialectiek is de eerste stap daarvan. Niet het of/of, maar het en/en. De meerwaardetheorie is daarvan een voorbeeld, maar dat geldt ook voor het Enneagram. 1 + 1 is niet 2, maar 3. Het gaat om synergie en synthese,
Dit lijkt op het dialektische denken als van Hegel stelt A tegenover B, waarop een hoger plan C ontstaat, waar tegenover D komt, waartegenover E, enzovoort. Hegel stelde dat het opwaarts ging, optimistisch en dat behoorde bij het Verlichtingsdenken. Marx daarentegen was pessimistisch, hij dacht naar onder toe.
De volgende stap is denken in vijven: grafisch is dat het pentagram. Dat is al zover van ons bed dat we het als magisch, duivels zien. Hoe dat moet met denken in 8 of 13 enzovoort is onvoorstelbaar. Als voorbeeld, de Maya’s met hun kalenders over meerdere cycli dachten in 13.
Het bewustzijn ontstaat dus pas bij 2 in de derde fase van de genoemde reeks die verder wordt ontwikkeld in denken in drieën in de vierde fase. Wij zijn nog erg gewend om in tweeën, in polariteiten te denken.
Het denken in drieën is ook denken in 4 dimensies, waarbij de 4e dimensie die van de toekomst is.
In verschillende culturen wordt met verschillende eenheden gewerkt. Joods denken is met getallen, de Soefi’s met geluid, een “ping”, het westerse denken met licht.
3. Het ontstaan
Het beeld dat het beste voorstelt hoe de figuur van het Enneagram ontstaat, is dat van een druppel op het moment dat hij de oppervlakte van het water raakt. Er ontstaan rimpels in een cirkel en in het midden zit een gat. Daar begon het dus mee. Er ontstaat eerst een punt. Dat punt, bijvoorbeeld in geluid, schept als het ware de ruimte met de cirkels die ontstaan. Het totaal is een bol. Deze bol wordt in het Enneagram grafisch met een cirkel weergegeven. Het centrum zit in het midden. Het basisbegrip is dus rond.
Het begin is de 9 die zich uitbreidt, die straalt, net als de druppel die net is gevallen. Maar waar de druppel viel is het leeg geworden. Grafisch wordt dit in het enneagram weergegeven door het begin, de 9 niet meer in het midden, eigenlijk een bol te zetten, maar op de rand.
Dit zou ook weer een metafoor voor onszelf kunnen zijn. Het onderbewustzijn werkt in wezen op de zelfde manier. Binnen in ons wordt het steeds leger en zuiverder. De buitenste kant wordt beschreven. In ons zit ook iets als leegte. En wij vullen die leegte met bescherming, kleren in de buitenste schil. En als u die schillen eraf pelt zou er wel eens niets kunnen zijn. Dit is in het Boeddhisme het uitgangspunt, namelijk dat alles illusie is. Als u pelt blijkt het ego of het zelf een illusie te zijn.
Het ronde is ook het oerbeeld van het ei, het archetype, het eerste grote punt en concept van alles wat er achteraan komt. Vanuit het oerbeeld van de 9 ontstaat de 3 en de 6 gelijktijdig. De 9 straalt uit, of ontvouwd. In de Kabbala wordt vanuit de 9, daar Keter genaamd, meteen lineair gedacht naar de 3, (Chokma) en van de 3 naar de 6 (Bina).
De grafische weergave is als volgt:
In het Enneagram, als bol gezien straalt de 9 alle kanten uit en zo ontstaat het beeld van de levensbloem. Hiervan is het Enneagram één van de cirkels die verder grafisch als model voor het geheel, alle cirkels in de bol functioneert.
3.1. Van bol naar cirkel
De cirkel van het Enneagram is het begin van de tocht.
Het enneagram bestaat steeds uit drie elementen. U kunt zeggen dat er een these is, een antithese en een synthese. Het basiselement van het enneagram is het getal 3. Er zijn andere systemen die met minder of met meer elementen werken. Het polaire model bestaat uit 2. Er is dan alleen een these en een antithese, dag en nacht, eb en vloed. Het pentagram denkt zoals gezegd in 5, waarvan de vijfpuntige ster het symbool is.
3.2. Processen op de cirkel
In en op de cirkel zijn 3 processen zichtbaar te maken.
De eerste is het proces van het oerbegin voordat tijd en ruimte ontstonden. Dit zijn in wezen goddelijke en ongrijpbare processen in de driehoek 9-3-6 waar de taal al snel te kort schiet. (zie hierna). Hier spelen zich de primordiale processen in het numineuze of noëtische niveau zich af.
De tweede is de hexade en dat van de driehoeken in de cirkel. (zie hierna). Die beschrijven denkprocessen en het is dus een mentaal/psychisch niveau
Tussen het noëtische en het psychische niveau is er een tussenlaag, niet een eigen proces dat de overgang tussen de beide niveaus verbeeldt. Hierin ontstaan de tijd en de ruime. (zie hierna).
Het derde is het proces op de cirkel buitenom. Deze beschrijft gebeurtenissen en processen. Dit is het niveau van de materie, het niveau van het fysieke en het fysische. (Zie hierna)
De rest van dit gedeelte gaat over een aanvankelijke beschrijving van deze processen.
Deze 3 processen beïnvloeden elkaar. Wij zullen een beschrijving geven, te beginnen met het hoogste of noëtische niveau. Dat daalt af naar het ontstaan van ruimte, tijd en dus het ontstaan van de wereld, via denkprocessen naar de materie.
3.3. Lichaam en geest
In wijsheidsleren wordt de mens vaak voorgesteld op 3 niveaus, het lichaam als de materie, de geest of het denken en de ziel. In het enneagram zien we daarvan in deze processen de parallel. De termen lichaam, geest en ziel geven al aanleiding tot mogelijke verwarring. Wat het lichaam is, moge nog duidelijk zijn, het verschil tussen geest en ziel is veel moeilijker. Hier bedoelen wij met “geest” de producten van het brein, dat wat in het Engels “mind” heet. De ziel is dat “stukje”, dat wij misschien eeuwig zouden kunnen noemen. Dit onderscheid moet goed in het oog gehouden worden bij het lezen van teksten over dit onderwerp in andere talen.
In het populaire psychologische enneagram worden aan de samenhangen tussen de 3 processen, die op een bepaalde manier de eenheid van de werkelijkheid verbeelden geen aandacht gegeven. Het psychologische enneagram loopt daarmee het gevaar te verworden tot een utilistische tool waarmee men leuke dingen kan uithalen, maar waarmee persoonlijke spirituele groei, het eigenlijke kenmerk van alle wijsheidsleren, uit het beeld verdwijnt.
Het gevaar van het uitsluitende gebruik van het psychologische enneagram kan liggen in het oude onderscheid tussen lichaam en geest. Wij waarschuwen er voor om in het denken een soort van Cartesiaanse scheiding tussen lichaam en geest aan te brengen. Wij zijn als mensen een complex van lichaam en geest (even afgezien van de ziel) dat niet te scheiden valt. Er is geen lichaam zonder geest en omgekeerd ook niet. Dit laat onverlet de vaststelling in vele esoterische tradities van bijvoorbeeld het fenomeen van de exomatosis (uittreding uit het lichaam, waarbij het lichaam zoals bij een Bijna Dood Ervaring (BDE) in coma is of zelfs klinisch dood, en waarbij er iets is dat toch waarneemt). Degenen die daarover berichten keren altijd, ook bij een BDE-ervaring naar hun lichaam terug. Dit onderbouwt de stelling dat om in de wereld van de materie en van het denken mee te kunnen doen er een lichaam/geest complex is dat niet de scheiden valt. Het valt wel te onderscheiden. De fenomenen van de materie zijn verschillend van de fenomenen van het denken.
4. Het primordiale of noëtische niveau
Het enneagrafische symbool bevat uiteindelijk 9 punten. Maar zoals we al zagen begon het daar niet mee. Het begon met 9 en waaierde uit naar 3 en 6. Dat is het begin van alles en de 9, de 3 en de 6 zijn dan ook in het hele enneagrafische denken centrale punten. In wezen blijven het elementen die “niet van deze wereld” zijn, hoewel ze er wel in zijn. Op dit hoogste niveau zijn ze essenties, ongedeeld nog, die later, lager in de werkelijkheid worden verbijzonderd, maar samen nog steeds één geheel vormen.
De sfeer van 9 omvat later de 8 en de 1; de sfeer van 3 omvat later de 2 en de 4 en de sfeer van 6 omvat later de 5 en de 7. Maar hier, in het primordiale begin is er niets, er is alleen de 9 die alles is. En die zich in de loop van het proces van het ontstaan als het ware terugtrekt van alles naar één sfeer. Binnen wat alles al is, kan niets ontstaan. Dit beeld vinden we ook in de Kabbala terug.
De sfeer van 9 is die van het begin, een volledigheid die vol-ledig is, letterlijk vol van ledigheid. Het is vol van mogelijkheid, maar er is nog niets gerealiseerd. Er ís nog níets. Het is als Gods Geest die boven de wateren zweefde in de eerste zinnen van het bijbelboek Genesis. De sfeer van 9 wordt getekend door leegheid (nothingness = no-thingness), door ongerealiseerde mogelijkheden en onthechting, zonder belang, zonder wil, barstensvol van potentie, maar op zich niet geïnteresseerd in welke realisatie dan ook. De 9 is een fluistering van beloften, maar niet de realisatie, of zelfs maar het begin daarvan, van welke gefluisterde belofte dan ook.
Deze energie van 9 zoekt zijn uitweg naar de sfeer van 3, de sfeer van het willen. In de sfeer van 3 wordt ook nog niets gerealiseerd, hier vindt kanalisering plaats naar ideeën. De sfeer van 3 het stuwende en het roepende, iets dat wij thans als mannelijk herkennen en dit woord ook voor het primordiale niveau gebruiken. Maar er ís op dit niveau nog niet zoiets als mannelijk of vrouwelijk. Dit is de sfeer waar de ideeën, het zaad, in overvloed aanwezig is en wordt uitgestrooid. Maar zoals het met zaad is, zo is het hier ook. Niet alle ideeën worden opgepikt. Zoals in de bijbelse gelijkenis valt een deel op rotsige bodem en komt niet op. Alleen het zaad dat valt op vruchtbare bodem komt op. De ideeën die worden ontvangen worden wat. De 3 zendt uit, strooit uit, stuwt en duwt en dat wordt (altijd maar gedeeltelijk) gevangen in de sfeer van 6, die receptief is, iets dat wij als vrouwelijk herkennen. De 6 is een vormprincipe. De nog uitsluitend energetische kracht van de 3 wordt gevangen in de 6 die de uitzending van de 3 ontvangt en vormt en tevens als een spiegel voorhoudt aan de 3. De 3 alleen is niets, geen vorm, geen verantwoordelijkheid, alleen stuwing en uitzendkracht. De 6 ontstaat in de ontvangst die tegelijkertijd aan de 3 zijn maaksel teruggeeft en hem zo verantwoordelijk maakt voor zijn uitzendingen, voor zijn resultaten van zijn gezaaide zaad.
Hier wordt al duidelijk wat later in de psychische werkelijk zichtbaar wordt, namelijk dat de 3 de sfeer is die drijft op de wil. Er is een in wezen ongericht willen, ook de wil om gehoord en ontvangen te worden.
Dit geldt ook voor de 6. De sfeer van de 6 is die van het ontvangen. Het zit stil en het ontvangt. In dat ontvangen is het geen verdwijnproces maar eerder een ontvangen en teruggeven. De sfeer van 6 is een spiegel.
De driehoek 9-3-6 noemen wij de Scheppingsdriehoek. Wat er in deze Scheppingsdriehoek gebeurt heeft, het zij nogmaals gezegd, nog geen relatie met de wereld van wat wij de werkelijkheid noemen. Het zijn primordiale processen. Zij vinden plaats in het numineuze, vóór ons begrip.
4.1 De Adam, het mannelijke en het vrouwelijke
In spirituele termen is de 3 een Adam, in wezen nog androgyn, ongeslachtelijk, die in de vreugde van zijn ontstaan zichzelf uitzendt en met die uitzending zijn tegen- en evenbeeld, Eva, vanuit een deel van zichzelf, namelijk zijn rib, als het ware een barst in zichzelf creëert. Met de creatie van de Eva herkent de Adam zich als mannelijk. Het is geen proces dat een volgorde heeft. Het is een proces dat in één flits geheel gelijktijdig plaatsvindt, maar dat voor het begrip kan worden ontleed. De Eva, het vrouwelijke, is als het ware een ontvangststation dat de Adam, het mannelijke ontvangt. Op die wijze bestaat alleen wát zij ontvangt. De uitzending die niet ontvangen wordt bestaat ook niet. De 6 is daarmee tevens een selectieprincipe. In biologische termen kun u het opvatten als de selectie door de eicel van de zaadcel. Het is de eicel die uit de ontelbare zaadcellen die selecteert die een “match” of “fit” heeft. De sfeer van 3 als ongericht strooi- en stuwingsprincipe vindt zijn “match” in de selectie van de sfeer van 6. Daar ontstaat dus pas begrijpen, vatten en om-vatten, letterlijk het gieten in een vat, een vorm, waarmee de uitzending van de 3 zijn waarde krijgt. Bedacht moet nogmaals worden dat deze processen zich op dit niveau niet in materie of in ruimte en tijd voordoen. Het zijn processen die zich afspelen buiten het gewone denken. De taal is onvoldoende om het weer te geven en elke beschrijving is slechts een poging tot benadering. De begrippen materie, ruimte en tijd slaan dus niet op fenomenen in de werkelijkheid, maar behoren tot een symbolisch domein. Er zijn later, in de wereld van de materie overeenkomstige processen, een soort imprints, maar hier is dat in het geheel nog niet het geval.
Het androgyne schept in zijn vreugde van ontstaan in zijn uitzending van die vreugde het vrouwelijke en daarmee zichzelf. Daarmee is de polariteit van het mannelijke en het vrouwelijk ontstaan. In veel scheppingsmythes wordt het ontstaan gekoppeld aan het vrouwelijke. Het vrouwelijke geeft, schept het leven, ook in de wereld in letterlijke zin. Het bestaan van het mannelijke wordt dan als het ware veronderstelt.
Hier worden het mannelijke en het vrouwelijke in hun ontstaan op elkaar betrokken. Mogelijk is het dus onze beginstaat en onze staat bij het einde.
Het vrouwelijke is de spiegel en het negatief van het mannelijke. Het beeld letterlijk genomen is dat als de ziel ontstaat in een uitbarsting (dus uit een barst) van vreugde het “negatief” wordt geschapen of deze vreugde de oorzaak is van de schepping van het “negatief”. Maar het negatief is in zekere zin het origineel, de doordruk, waaraan de afdruk kan worden herkend. Beeldmetaforen lopen natuurlijk altijd spaak als u doorredeneert, maar hier is meer aan de hand. Het vrouwelijke is de vreugde van het mannelijke dat eerst het mannelijke kan zijn toen het vrouwelijke er was. U zou kunnen spreken over retrograde polariteit, – immers eerst ontstond iets, dat pas nadat het vrouwelijke er was mannelijk kon zijn. In de Bijbel is het verhaal niet anders. Eva werd geschapen uit een rib, een barst. En ook hier was Adam pas heel, een heel mens tezamen met Eva. Hij wist pas wie hij was toen Eva er was. Voordien was hij als mens alleen met een tekort. Het woord “met” is hier erg belangrijk. Wij zijn mensen “met”. Dat wil zeggen dat wij iets nodig hebben. Alleen door “met” kan het tekort worden ingevuld. Dit geldt voor ieder mens. In veel tradities en wijsheidsleren is sprake van zielsverwantschap en van tweelingzielen. Hier wordt dit zichtbaar gemaakt.
Dit gebeuren speelt zich af op de lijn 3-6 in dit noëtische niveau. Ieder mens is op zoek naar de eenheid met zijn tweelingziel. Het missen van de tweelingziel, de 3 in de vorm van de 6 en de 6 in de vorm van de 3 is de drive die ons allemaal en dus de wereld aan de gang houdt.
4.2. Recaputulatie van sferen 3, 6 en van 9
4.2.1. De essentie als 9
De 9 is alles. Later in de psychische werkelijkheid is de voorzitter in zijn aanwezigheid een verre echo van die oorspronkelijke 9, waarmee u de verbinding met het psychologische enneagram hebt. De voorzitter is ook de leider van de samenleving, maar dan meer de Dalai Lama, of dan een politiek leider als de president van een land.
4.2.2. De essentie 3 als drive
Na de 9 komt op 3 het verlangen. Het is niet het verlangen naar iets, maar het verlangen in onbepaalde zin. Het verlangen is datgene wat u naar zich toe trekt. Zonder verlangen is er niets. Het verlangen in de ruimste zin is de levenswil. In het psychologische enneagram is de 3 dan ook degene met de wil, degene die presteert en de winnaar.
In het denken volgens de mythe als vermeld in het bijbelboek Geneis wordt God geplaatst op 3, omdat hij iets wil. Op 9 zit geen wil. Daarom zou de 9 als leider van de samenleving het beste zijn, want het maakt hem niet uit. Dit is het beeld van de filosoof van Plato als leider.
De 3 is het mannelijke principe, onbepaald zonder meteen in man en vrouw te denken, die wenst, die maakt lawaai, is de verstoorder van de stilte. Het mannelijke principe is ook de roepende in de woestijn. Het is ongeveer hetzelfde als Yang, het mannelijke, de zon, de gevende en Yin, het vrouwelijke, de maan, de ontvangende.
De 3 ontmoet dan ook veel teleurstelling, hij roept in de woestijn, want het wordt niet gehoord, gezien en dat uit zich in verdriet. Verdriet is de oergrond van de sfeer van de 3 maar ook van het punt van de 3. Wij zijn als het ware uit verdriet geboren.
Het verdriet ontstaat omdat ik niet gehoord word. De horizontaal, ook de opposiet, het tegenovergestelde van de 3 is de 6 en het verdriet ontstaat als de 6 (gezien dus als beginsel) niet reageert. Het gaat niet voor niets, niet onvoorwaardelijk. Iedereen wil wel graag gehoord worden. In een hogere vorm is het zo dat u geeft zonder iets terug te verwachten of te verlangen. In de 3 heb u dus de 6 nodig.
Het verlangen op de 3 is beter in “mogen” dat in “moeten” te vertalen. In de 3 zit er een drive op mogen die eigenlijk een moeten is. Het is een zachter mogen dan een hard moeten. Bij 3 verwordt het mogen vaak tot moeten. Dat is wat wij er van maken. Maar eigenlijk is het een zachte kracht die hoe zachter zij is, des te krachtiger zij is.
Het verlangen moet worden gehoord, ontvangen, gespiegeld worden. In de woorden wordt dat tot uitdrukking gebracht. Ze zijn erop gericht om het grootse van de 3 tot uitdrukking te brengen. In de 6 zit dit om-vatten, be-grijpen. Dit zit ook in een regel uit het bijbelboek Psalmen. De grootsheid van God is te groot om te be-grijpen.
4.2.3. De essentie 6 als vat-ten
In de 6 zit de vorm. Daar wordt het vastgezet in de vorm. Het proces op 6 is het ontvangen, vangen, ordenen, om-vatten, het be-grijp-en als vorm, terwijl op de 3 het inzicht als flits zit.
De 3 zendt uit naar 6, als naar een spiegel, hol en dan verkleint, of bol, vergroot, hysterisch, of precies zoals het is. Pas met de terugspiegeling weet de 3 dat het bestaat en dan pas kan de 3 zijn verlangen kan gaan formuleren. Dat is ook het beeld dat geformuleerd wordt en dat dan mij naar zich toetrekt.
Het mannelijke kan niet zonder het vrouwelijke bestaan omdat hij niet weet dat hij bestaat, voordat hij gespiegeld is. Dit is de horizontale 3-6 lijn waar alles om draait.
Op 6 zit ook de gevangenis, als het vrouwelijke het mannelijke binnenlaat is hij gevangen. Bij hol gevangen, bij bol ontdek u niet wie u bent. Het mannelijke bestaat eigenlijk niet vóór het vrouwelijke. Pas als het gespiegeld wordt, ontstaat het mannelijke. Eva ontstond uit de rib van Adam, die pas man werd, of misschien zich als man herkende, toen Eva er was.
In de Griekse mythologie is het Gaia die Uranos schept. Samen krijgen zij Kronos, de Tijd en daaruit ontstaat de godenwereld, die niet kan scheppen.
Met de geboorte wordt afbreuk aan het volmaakte gedaan. In de mythologie wordt het resultaat naar de aarde, de onderwereld gestuurd.
In enneagram is het de 3 die iets wil. Hij wil het volmaakte en het lukt niet altijd of bijna nooit, want het resultaat is nooit volmaakt. Het ideaal kan nooit in volmaakte vorm ge-vat worden. Dit ge-vat worden moet hier in zijn meest letterlijke betekenis worden genomen. De mens is niet in staat om wat hij wil (3) in de ideale, perfecte vorm te vatten. Het altijd een benadering van wat het zou hebben moeten zijn, of van wat het zou kunnen wezen. De basis van de sfeer van 3 is daarom verdriet. Het verdriet om niet gehoord te worden. Op dezelfde wijze geldt dit voor de 6. De 6 wil ontvangen en volmaakt spiegelen. Als dat niet lukt, wordt zelfs het verdriet als het ware gespiegeld en wordt angst. Deze basiselementen komen uiteraard op de lagere niveaus weer terug.
4.3. De 9-3-6 als stuurprocessen
Het enneagram kent dus op dit hoogste niveau 3 grote stuurprocessen, dat van de 9, het proces van de ongerichte mogelijkheden, dat van de 3, het proces van de wil en het proces van de 6, het proces van de vorm of ook selectie. Dit zullen wij in het vervolg op alle niveaus en in alle processen, zowel in het psychische als het materiële proces terug zien.
Het feit dat het niet zélf een proces ís, maar een stuurproces, de manier waarop de dingen gaan, is van grote betekenis. Dit wordt verderop uitgewerkt, maar om hier inzicht te geven in hoe dit stuurproces (ook op de lagere niveaus waar er een imprint van bestaat) verloopt geven wij als voorbeeld het probleem van de identiteit van een bedrijf. Een bedrijf heeft op 9 de mogelijkheden die het heeft. Er is een mission statement op 3, om het te sturen en op 6 wordt dan gevraagd wat het draagt, wat door het bedrijf ervan is gemaakt, wat er wordt bereikt. Een sportteam heeft zijn mogelijkheden op 9, de sportieve wil op 3 en wat is er van gemaakt op 6. Er moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de mogelijkheden in ongestructureerde betekenis en een plan. De mogelijkheden zijn niet gelijk aan een plan.
Deze processen zijn samen het scheppingsproces en de driehoek 9-3-6 hebben wij de Scheppingsdriehoek genoemd.
4.4. De sferen 9-3-6
De driehoek 9-3-6 is ook een sfeer, zoals de triniteit een sfeer is. In 9 valt men uit het paradijs. Maar vanuit de hemel vallen ons ook de gedachten te binnen. Op 9 is het nog niet ontleed, het is nog vol-ledig. U blijft ook altijd reiken naar de “zon”, het begrip van waar alles vandaan komt. Het is de oorsprong en daarmee blijft u in verbinding.
Na de 9 komt in de 3-6 de ontvouwing. In het geheel van 9-3-6 vindt de ontvouwing van de schepping plaats.
Dit geldt ook voor ieder van ons. Wij zijn allemaal ieder een 9. Wij zijn er voordat de ruimte er was. Door een stap te doen nemen wij ruimte in. Maar dan komen wij tegen de bol aan en ontstaat een botsing. Daar zet het zich vast en is de vergrendeling. Soms voel u dat als een gevangenis. Het is dan overigens wel u eigen gevangenis.
Deze stuurprocessen geven dus een imprint op de lagere niveaus. Vooral op het psychische niveau speelt het een belangrijke rol. Het is een weergave hoe wij mensen in elkaar zitten. Dit komt later nog uitgebreid aan de orde. Wat nu al gezegd kan worden is dat ieder mens in ieder geval dus een 9 is, die straks essentie gaat heten, ieder mens een 3 heeft die straks drive gaat heten en ieder mens een 6 heeft die straks verwachting gaat heten (dit wordt verder behandeld in Deel II).
4.5. Triadisch denken
In de driehoek 9-3-6 ontstaat dus het leven en deze driehoek staat al model voor alle processen die volgen. Het beginsel van al deze processen is een triadisch denken, een denken in drieën. Dit is anders dan het denken in tweeën, in polariteiten, de vorm van het denken waartoe wij (kennelijk) geneigd zijn. Het polaire denken is in tegenstellingen, wit en zwart, licht en donker, dag en nacht. Het triadisch denken vindt plaats op in wezen de volgende wijze: Elk resultaat (de wereld) is de uitkomst van een gedachtengang waarbij een begin de sfeer van 3, via een maat, een perspectief de sfeer van 6 leidt tot dat resultaat. Dit resultaat is wat er daarna in het enneagrafische systeem gebeurt.
Einde document