Artikel : Het Scheidingsconflict

Dieper liggende oorzaken

In dit gedeelte bespreek ik twee manieren van kijken naar het conflict. Ik doe dat niet vanuit een oogpunt van een conflictmodel. Het ene is praktisch en het andere filosofisch.

3.1. Gottman en Silver zeggen dat er zeven basisbeginselen zijn die, indien toegepast, maken dat een huwelijk “werkt”, terwijl de afwezigheid ervan maakt dat een huwelijk zeer grote kans loopt te mislukken. Hoe interessant ook, het is hier niet de plaats om deze zeven beginselen uit de doeken te doen. De research van Gottman toont aan dat het toepassen ervan helpt, maar dat de achtergrond waartegen dat gebeurt nog veel belangrijker is. Daarop ga ik hier wel in.

In tegenstelling tot wat veelal wordt beweerd is het niet zo dat een goede vaardigheid om problemen op te lossen het huwelijk redt. Het helpt natuurlijk wel, maar daarmee is dan ook alles gezegd. De reden is dat de meeste problemen in een huwelijk onoplosbaar zijn en dus voort duren en er moet dus voortdurend over onderhandeld worden tussen de echtgenoten. [10] Dit geldt ook voor goede huwelijken en daaruit blijkt dan dat het ook niet zo vreselijk nodig is om een grote vaardigheid te hebben om problemen op te kunnen lossen. Volgens Gottman helpen ook de normale vaardigheden die veel in counseling worden gebruikt, zoals actief luisteren niet. Waar het om gaat is dat er een positieve gevoelsachtergrond is. [12] Dit wil zeggen dat wat er in het huwelijk ook plaats vindt, dit altijd gebeurt tegen de algemene achtergrond van een positieve blik van de partners op elkaar. Als die positieve gevoelsachtergrond wordt vervangen door een negatieve gevoelsachtergrond is de relatie echt in moeilijkheden. Dan worden goede bedoelingen niet meer gehoord, helpen pogingen tot herstel in de conversatie niet meer en wordt alles gezien in het licht van een negatieve blik van de partners op elkaar, hun gedrag en hun karakters. [13]

De tekenen die deze stand van zaken begeleiden zijn volgens Gottman het verschijnen van wat hij De Vier Ruiters van de Apocalyps noemt. Deze vier ruiters zijn kritiek op de persoon, minachting, in de verdediging gaan en verschansen (criticism, contempt, defensiveness en stonewalling [14]). Zij komen in het algemeen ook in deze volgorde voor. Van kritiek op een besluit of een handeling verplaatst deze zich naar de persoon. Van zeggen dat een besluit niet goed was, verandert het naar de kritiek dat de persoon niet goed is. Dat is in een later stadium reden voor minachting, waarin eigenlijk wordt gezegd: Jij deugt niet en ik wel. De eerste lijn van antwoord is om in de verdediging te gaan en als dat niet meer lukt en de kritiek te overweldigend wordt, dan rest alleen nog maar verschansen. [15] Onderwijl zijn er nog andere tekenen, zoals de harde confrontatie, zich overweldigd voelen en hoe dit maken dat herstelpogingen mislukken, lichaamstaal en hoe goede herinneringen door slechte worden vervangen in het persoonlijke en collectieve geheugen van de partners. [16]

Interessant is nog dat Gottman zegt dat er wel degelijk geslachtsverschillen zijn, niet in de doelen van het huwelijk, zoals vaak populair wordt gezegd dat de man en de vrouw biologisch geheel andere doeleinden zouden hebben. Er is namelijk een groot verschil in de manier waarop de partners emotie verwerken. Mannen zijn daarin aantoonbaar veel langzamer dan vrouwen. Dit heeft zijn oorzaak in de biologische aanleg. Het resultaat is dat in het geval van verschansen dit in 85% van de huwelijken de man is. Verschansen is een resultaat van zich emotioneel overweldigd voelen. Het zijn de mannen die hiervan het meeste last hebben. Dit is anders dan algemeen wordt aangenomen, namelijk dat het vooral de vrouw is die emotioneel geraakt is, tegenover de veronderstelde ongevoeligheid van de man. Deze veronderstelde ongevoeligheid is, zo blijkt uit het onderzoek van Gottman, de reactie van de man op een situatie die hij emotioneel niet aankan en waarop zijn reactie dus verschansen is, door de buitenwereld, inclusief de partner, waargenomen als ongevoeligheid. [17]

De waarde van dit onderzoek ligt naar mijn mening in de constatering dat in een huwelijk dat op zijn einde loopt de negatieve gevoelsachtergrond aanwezig is en de vier ruiters definitief hun intrek hebben genomen.

Wat Gottman hiermee, zij het onuitgesproken, mede zegt is dat het huwelijksconflict in de vorm van conflictstof niet bestaat, maar dieper ligt, namelijk op het niveau van het ontbreken van een positieve waardering van de partner. Het ligt ook bijna voor de hand: Hoe kan iemand houden van een partner die in zijn ogen zulke ernstige karakterfouten heeft dat daarvoor kennelijk kritiek op de persoon en zelfs minachting op zijn plaats is? En hoe kan in een sfeer van verdediging en verschansen nog gehoord worden wat er gezegd wordt?

3.2. Nog dieper liggende oorzaken

In zijn boek Ich und Du, in het Nederlands verschenen onder de titel Ik en Jij, [18] zegt Martin Buber dat er in de relatie tot een ander twee staten van zijn bestaan. Deze zijn de relatie die hij Ik-Het noemt en de relatie Ik-Jij. In de relatie Ik-Het wordt de ander in wezen waargenomen als een object, als obstakel, als materie, als middel, als minder, als slechter, als niet deugend, maar soms ook als meer, buiten bereik, niet aan te raken. Zowel de vijand als het idool worden waargenomen als object. En dit ligt in de lijn van wat Gottman zegt. Wie kritiek heeft op de persoon van zijn partner, wie deze minacht, wie alleen nog maar in de verdediging kan gaan of zo overweldigd is dat hij zich verschanst, ziet die ander niet meer als de ander, als het kwetsbare gelaat van de ander zoals door Emmanuel Levinas beschreven, maar als de Ander, anders, beter of slechter dan jezelf, geen gelijke meer, maar geheel verschillend in moreel opzicht. Wat is gaan ontbreken is de wederkerigheid in de relatie. [19]

Buber zegt dat juist in de ware relatie met de ander, de Ik-Jij-relatie, deze wederkerigheid en gelijkheid de belangrijkste rol spelen. Buber gebruikt hiervoor prachtige poëtische taal: “Iedere waarachtige relatie tot een wezen of tot wat als wezen bestaat in de wereld is uitsluitend. [20] Zijn Jij is losgemaakt, naar buiten getreden, uniek, een tegenover. Het vult als het hemelrond: niet alsof er niets anders zou zijn, maar al het andere leeft in zijn licht. Zolang de tegenwoordigheid van de relatie duurt, is de wereldwijde uitgestrektheid ervan onaantastbaar. Zodra echter een Jij Het wordt, verschijnt deze uitgestrektheid van de relatie als een onrecht aan de wereld, haar uitsluitendheid als een uitsluiten van het al.” [21]

Buber ziet het gelaat van God in de Ander, en hij gebruikt hierbij woorden die wij tegenwoordig als non-dualistisch omschrijven. [22] De relatie is dan ook met niets te omschrijven, dan met zichzelf: “Wanneer men de zuivere relatie als afhankelijkheid wil opvatten, wil men de ene dragende kracht van de relatie, en daarmee de relatie zelf, onwerkelijk maken.” [23] Deze omschrijving van de relatie als een zelfdragend geheel laat zien dat in de relatie er niets anders is dan de relatie, gebaseerd op wederkerigheid en gelijkheid: De relatie bestaat uit niet anders dan zichzelf.

Gottman laat in zijn onderzoek de fundamentele waarheid hiervan zien. Zijn uiteindelijke conclusie naar aanleiding van de titel van het boek is dat het in het huwelijk gaat over vriendschap en de beleving daarvan in en met de ander. [24]

Buber schrijft over het huwelijk als relatie: “Het huwelijk bijvoorbeeld (als voorbeeld van een instelling van het persoonlijke leven vEe) kan slechts worden vernieuwd vanuit datgene waaruit het ware huwelijk altijd ontstaat: twee mensen openbaren elkaar het Jij. Daaruit bouwt het Jij, dat voor geen van beiden Ik is, het huwelijk op.” [25] In de ogen van Buber gaat het huwelijk niet over twee maal Ik, zelfs niet over twee maal Ik-Jij, maar uitsluitend over Jij in wat hij verderop in het boek noemt het eeuwige jij, God, als snijpunt van de verlengde lijnen van de relatie.

De geweldige poëtische kracht van Buber’s woorden maken deze overigens niet altijd in letterlijke zin begrijpelijker. Wat ik zie is dat Buber de Ander als Jij ziet. De Ander als de ziel van mijn ziel, het zien van jezelf in die ander, hoewel die vermomd is als Jij. [26]

3.3. De Ik-Het-relatie verder ontleed

Op het moment dat de vier ruiters van Gottman definitief hun intrek hebben genomen is de relatie serieus in gevaar. Maar daarvoor al, bij het binnenkomen van de eerste, kritiek op de persoon, vindt de overgang van Ik-Jij naar Ik-Het plaats. Een partner kan heel goed zeggen dat een handeling van de ander niet slim was, of zelfs stom, dat is nog steeds geen kritiek op de persoon van de ander. In de staat Ik-Jij gezegd is het een simpele vaststelling die vaak leidt tot een simpele erkenning. Want wij doen allemaal zo nu en dan stomme dingen. Daartegen in de verdediging gaan (de 3e ruiter) is wel begrijpelijk, maar niet altijd de meest handige koers. De verdediging: “Ik dacht dat …….” of “Ik had aangenomen dat ……..” laat op een dieper niveau wel zien dat het allemaal niet met opzet en zelfs met de beste bedoelingen gebeurde, maar ook dat wordt niet altijd gehoord. In ieder geval wordt dat niet meer gehoord zodra de negatieve gevoelsachtergrond een feit is en alles door dit negatieve idee over de partner wordt gekleurd.

Een van de gevolgen van de Ik-Het staat van één van de partners lijkt in de praktijk te zijn dat de ander er ook makkelijk in schiet. Het vergt herkenning op het eigen handelen om dat te voorkomen. En omdat gedrag vrijwel voortdurend onbewust wordt gegenereerd is het daarom ook zo gevaarlijk en dreigt meteen escalatie. Gottman laat zien dat de partners of een hunner dan nog herstelpogingen doen, maar het effect daarvan is weer grotendeels afhankelijk van de vraag of een positief of negatief gevoel overheerst. Zolang het positieve gevoel nog is, hebben deze veelal effect en kan met humor veel worden opgelost.

Lees verder…