Artikel : Het Scheidingsconflict
Een aantal draden bijeengenomen

Tot slot wil ik de draden van Transformatieve en Narratieve Mediation, met die van Gottman en Buber en mijn conflictmodel samen nemen. Daarvoor maak ik eerst een samenvatting van de in mijn ogen belangrijke punten die kenmerkend zijn voor de respectieve benaderingen.

6.1. Autopoiesis en Transformatieve Mediation

Mij spreekt aan dat deze benadering zegt dat met deze mediationstijl maximale transformatie en morele groei wordt bereikt. Wie zich de vraag stelt welke vraag het conflict aan hem stelt in de betekenis die ik hiervoor heb beschreven, is bezig met een transformatief proces. Dat proces heeft twee kanten, namelijk het transformatieve proces zelf en de uitwerking daarvan in een oplossing op het terrein van de conflictstof.

Bush en Folger geven aan dat hun transformatieve benadering van mediation niet te rijmen valt met de oplossingsgerichte benadering. [45] Zij zeggen dat de doeleinden van deze vormen van mediation zover uit elkaar liggen dat de ene aanpak de andere uitsluit. In de transformatieve mediation wordt het conflict als zodanig gebruikt om de transformatieve aspecten aan te ontlenen in de vormen van zelf-empowerment en de zorg voor anderen. Dit wordt gedaan aan de conflictstof zelf. De voorbeelden die Bush en Folger geven leveren hiervan ampel bewijs.

Uit mijn beschrijving van het conflict en de vraag die het conflict stelt blijkt dat het gaat om een ander niveau. Op het niveau van de conflictstof is het inderdaad buitengewoon lastig om een gelijktijdige aanpak te hebben op transformatie én op conflictoplossing zoals Bush en Folger dat voorstaan. Zij zeggen dit terecht omdat er een constante verwarring gaat heersen en de conflictoplossing snel zal gaan overheersen.

In mijn aanpak is deze verwarring niet nodig is omdat de conflictoplossing op het niveau van de conflictstof los staat en ook los behandeld kan van de vraag die het conflict stelt. Dit komt omdat de vraag die het conflict aan de ene partij stelt meestal een geheel andere is dan die het aan de andere partij stelt. Dit is logisch, want het is de reden waarom iedere partij en conflictstof zo verschillend interpreteert. Ook wanneer partijen in een consensueel domein het over de conflictstof eens zijn, dan nog heeft dat immers in de praktijk de oplossing niet dichterbij gebracht. De interpretatie van de conflictstof wordt gestuurd door de vraag die het conflict zelf stelt. Dit laat echter onverlet dat de aanpak van transformatieve mediation in dit proces gebruikt kan worden.

6.2. Autopoiesis en narratieve mediation

Het specifieke kenmerk van de benadering in de narratieve mediaton is voor mij dat de constructies, de verhalen, moeten worden gedeconstrueerd. Er moet in plaats van de aanwezigheid van meerdere niet congruente verhalen, één verhaal komen. Dit verhaal behoeft niet en kan niet de waarheid zijn op een objectivistische manier, maar moet de beleving of ten minste de acceptatie van een gedeelde werkelijkheid bevatten. De uitkomst van de narratieve mediation ligt niet ver van wat ik in dit hoofdstuk heb beweerd, namelijk dat mensen in conflict elkaar weer leren begrijpen en waarderen. Een gezamenlijk verhaal is een Ik-Jij-relatie, maar de manier waarop dat wordt bereikt is heel anders. In de narratieve mediation wordt communicatie als informatie gezien. De bedoeling is dat de ontvanger en de zender, over en weer in deze positie een communicatief netwerk opbouwen waarin de communicaties uiteindelijk leiden tot één gedeelte opvatting.

In de theorie van autopoiesis is, zoals al eerder enkele malen vermeld communicatie geen informatie maar gedrag. Voor de narratieve benadering betekent dit de vraag naar welk gedrag effectief is om een coördinatie van de gedragingen van de partijen in het conflict te bewerkstelligen, zo dat vanuit het waarnemersstandpunt van overeenstemming gesproken kan worden. Op welke wijze de narratieve verhalen ook gedeconstrueerd worden, zonder congruent gedrag leidt dit nergens toe. Als bijvoorbeeld iemand die zijn excuses aanbiedt op een manier en een toon en met een lichaamstaal die niet bij de narratieve inhoud past, dan is dat waardeloos. De narratieve benadering is juist, maar veronachtzaamd wordt mijns inziens dat wat de inhoud van het verhaal wordt genoemd maar een heel klein onderdeel uitmaakt van het patroon van gedrag dat de impulsen vormt waarop de reactie plaats vindt. De benadering van de narratieve mediation is wat dat betreft te cerebraal, maar als dit wordt herkend als geheel een grote hulp om de subjectieve beleving van de werkelijkheid te relativeren.

6.3. Gottman en Buber

De Ik-Het- en Ik-Jij-relatie van Buber en de negatieve and positieve gevoelsachtergrond van Gottman lopen voor mij in elkaar over. Zij zijn benaderingen die, weliswaar met een verschillende kleuring, in wezen hetzelfde zeggen. Dat is dat een partner die niet als gelijke en gelijkwaardige of anders gezegd met een positief gevoel gezien kan worden, niet als mens, maar als object wordt gezien. De methode van Gottman leent zich daarbij in eerste instantie misschien meer voor een pragmatische benadering dan die van Buber.

6.4. In mijn conflictmodel is het conflict de resultante van de achterliggende vraag in hoeverre een mens is opgeschoten met zijn leerproces ten aanzien van de grote menselijke gebreken. Het conflict bestaat niet in de relatie maar binnen de conflictpartij zelf. Het leerproces aan het conflict kan echter alleen in de relatie plaatsvinden, maar de conflictstof is niet de beste leerstof, zoals iedereen uit eigen ervaring kan weten. Er is meer nodig dan het oplossen van het conflict op het niveau van de conflictstof om het interne conflict, de koppeling met de menselijke gebreken te verbreken. Duidelijk is ook dat ook al is dit inzicht bereikt en wordt eraan gewerkt het daarmee nog niet is gedaan. Ik beveel dan ook iedereen aan die met conflicten te maken krijgt in een professionele rol, zoals mediators, notarissen en advocaten, om eerst naar de eigen conflicten te kijken, de eigen waarnemer te ontwikkelen en te zien waar de leidende elementen zitten. Wie bijvoorbeeld op de hoogte is van zijn enneagramtype kan daaruit al een eerste idee opdoen over welk gebrek bij hem of haar op de eerste plaats zou kunnen komen. Dit onderzoek is een lange weg, maar mijns inziens noodzakelijk.

6.5. Het scheidingsconflict is in mijn ogen de kennelijke moeilijkheid die de partners hebben in het omgaan met de leemtes in de eigen structuur. Die leemtes worden in het scheidingsconflict aan het licht gebracht op vaak een heel pregnante wijze. Dat wil niet zeggen dat het scheidingsconflict uitsluitend karaktergebreken aan het licht brengt en laat zien hoe slecht de partijen zijn of een van hen is. Het gaat niet om een oordeel hierover. Het scheidingsconflict laat zien waar nog wat te leren valt in het omgaan met de grote menselijke gebreken. Het is aan partijen om te beslissen of zij daaraan wat willen doen. Gelukkig kan gezegd worden dat veel mensen dat na de scheiding op den duur ook lukt. [46]

Het scheidingsconflict is ook het verlies van een consensueel domein waarin de partners waarden, gevoelens en betekenissen zo delen dat ze in ieders eigen structuur een mate van overeenkomst hebben die het voortbestaan van de koppeling bevordert. De afbraak van dit consensuele domein zoals beschreven door Gottman markeert het scheidingsconflict.

Het scheidingsconflict laat zien hoe de waarneming, het bewustzijn wordt verstoord. Maar het laat ook zien hoe belangrijk dit is in de relatie. Zonder zelfbewustzijn en relativeren is die sowieso niet mogelijk. Ik denk dat de relatie en het huwelijk en de samenleving in het bijzonder de vormen zijn die wij hebben in onze samenleving en die kunnen leiden tot echte groei en bewustwording.

Lees verder…