Artikel : Het Scheidingsconflict
Het conflict als leemte in de structuur

In dit gedeelte ga ik in op mijn conflicttheorie en bouw die uit naar het scheidingsconflict.

4.1. Nog een laag dieper

Maar er is naar mijn mening nog een laag. Die bestaat hierin dat het conflict in wezen de vraag is aan iedere partij daarbij hoe het staat met zijn of haar relatie met wat ik de grote menselijke gebreken noem. Mijn redenering is als volgt:

Ieder mens staat op zichzelf en is uniek. Als hij geboren wordt is hij nog geen mens, hij ziet er wel zo uit, maar hij is dat nog niet. Hij heeft wel de mogelijkheden om dat te worden, met name door een zeer plastisch brein. Als een mens niet als een mens wordt opgevoed wordt hij ook geen mens. Het beroemde voorbeeld hiervan zijn de wolfkinderen. Rond 1930 werden in India twee kinderen gevonden, opgegroeid in een wolventroep die alle kenmerken van het gedrag van wolven hadden overgenomen. Zij waren geen mensen geworden maar wolven. Het beroemde filmische voorbeeld van Jungle Book (naar Rudyard Kipling) met Mogli die zich gedraagt als een echt kind, is, zo blijkt ook uit vele voorbeelden die naderhand aan het licht zijn gekomen, gewoon niet mogelijk. Een mens wordt alleen maar een mens door een mens te worden en daarvoor is een menselijke omgeving absoluut noodzakelijk. Dit is essentieel circulair.

Alles wat gebeurt is een impuls waarvoor een compensatie moet worden geboden. Wij doen dat, eenmaal opgevoed en groot geworden vrijwel automatisch, maar het is goed om te bedenken dat we dit allemaal hebben moeten leren. Als het regent trekt u een jas aan en dat doet u omdat u dat geleerd hebt – uw moeder zei het ook steeds – dat je anders nat wordt. Het aantrekken van een jas is de compensatie voor de impuls van de regen die naar beneden komt.

De impulsen uit de omgeving worden in het systeem opgenomen en daar verwerkt, zodanig dat een volgende keer de impuls door het systeem makkelijker kan worden gecompenseerd. Wie leert zwemmen heeft de impuls van in het water vallen in zijn systeem opgenomen en hij heeft daardoor veel minder kans op verdrinking als hij weer of op een ongelukkig moment in het water valt. Wie een vechtsport leert heeft zo wellicht een betere kans als hij overvallen wordt. Dit lijkt nogal fysiek, maar het geldt ook voor wat eerder mentale eigenschappen lijken, zoals het leren van een taal, een opleiding of ook meditatie. Het kan ook gebeuren dat er geen adequate compensatie wordt geleerd en dan blijft de impuls als probleem bestaan. Als impulsen uit de omgeving in het systeem worden opgenomen wil dat zeggen dat er een leerproces plaatsvindt. Het systeem (u dus) leert en zo is leven leren en leren is leven. De actuele stand van het systeem, dat wat u geleerd hebt gedurende uw hele leven wordt “structuur” genoemd. Uw structuur, dus dat wat u geleerd hebt, is uniek. Er is geen ander mens op de hele wereld die maar in de verste verte zo in elkaar zit als u, of als uw partner, of als ik. Ieder mens is uniek door zijn verschillende ervaringen en door de verwerking daarvan binnen zijn structuur. Deze notie is ongelofelijk belangrijk. Weliswaar hebben heel veel mensen stukjes ervaring van dezelfde soort. Het feit dat u dit kunt lezen bijvoorbeeld, komt omdat u Nederlands heeft geleerd. Daarin stemmen u en ik overeen, maar toch ook weer niet helemaal. Wij, u en ik, hebben een overlappend stuk kennis, dat heet een consensueel domein, waarin wij ongeveer weten wat een woord of een zin in het Nederlands betekent. Maar niet helemaal staat die betekenis vast. Een prachtig voorbeeld is bijvoorbeeld het woord “moeder”. Volgens het woordenboek betekent moeder een ouder van het vrouwelijk geslacht. Maar als ik tegen een groep dames zeg dat zij allemaal precies op hun moeder lijken, zijn de reacties heel verschillend. Iedere man weet dat en iedere vrouw, maar weer anders, ook. Zelfs dus iets waarin wij allemaal lijken overeen te stemmen kan dus een heel verschillende betekenis hebben binnen de eigen structuur. De actuele betekenis van het woord moeder is voor ieder mens verschillend en geheel afhankelijk van de ervaring die juist die mens, en alleen hij of zij, heeft opgedaan met dat begrip. Zo lezen en luisteren wij. Als iemand iets zegt, dan horen wij datgene wat gezegd wordt niet volgens de letterlijke woordenboekbetekenis, maar via alles wat in onze structuur zit en waarmee wij aan de gesproken woorden betekenis geven. Het gaat dus helemaal niet om wat er gezegd wordt, maar om wat u ervan maakt. Anders gezegd is datgene wat gezegd wordt alleen maar een oriëntatie om binnen uw structuur zelf de informatie te creëren. En die door uzelf gecreëerde informatie is per definitie anders dan wat de spreker bedoeld heeft. Hij sprak wat hij zei met gebruikmaking van zijn eigen structuur die altijd anders is dan de uwe. Het belang van dit inzicht kan niet worden overschat. Het heeft bijvoorbeeld als consequentie dat waarnemen per definitie absoluut subjectief is. Dat waar ieder mens zeker van is, is hij alleen binnen zijn structuur, maar het heeft met de werkelijkheid geen relatie. Dit komt omdat dat wat waargenomen wordt alleen kan worden begrepen binnen de actuele structuur en die is in wezen niets anders dan de actuele stand van het leerproces dat leven heet.

4.2. Het proces van het leven zelf is een leerproces dat niet ophoudt totdat de koppeling van het individu aan zijn omgeving is opgehouden te bestaan, dat wil zeggen tot het overlijden. [27] In de koppeling aan de omgeving is ieder individu constant bezig om de impulsen in zijn systeem op te nemen. Alleen datgene wat al geleerd is, is toe te passen in de opname van de impulsen uit de omgeving. Dit houdt in dat het antwoord op een impuls niet wordt bepaald door de impuls, maar door de toestand van de structuur van het individu. Wie niet kan zwemmen, weet niet wat hij moet doen als hij in het water valt. Dit voorbeeld, het moge duidelijk zijn, is uit te breiden naar alle mogelijke fysieke en mentale/psychische vaardigheden. Anders gezegd: niet wat een ander mij doet, maar hoe ik in elkaar zit, hoe ik door al mijn ervaringen ben geworden, kortom, mijn structuur, is bepalend voor hoe ik reageer.

4.3. Het bovenstaande is een verkorte, enigszins populaire weergave van de hoofdzaken van een theorie die Autopoiesis heet. De theorie is ontworpen door twee Chileense neurobiologen, Humberto Maturana en Francisco Varela. [28] De basis van de theorie is dat het gehele menselijke bedrijf een biologische basis heeft. De idee is dat wij alleen kunnen bestaan door ons voortdurend aan te passen. Wij zijn zowel het proces als het actuele resultaat op ieder gegeven moment van hoe wij onszelf maken. Vandaar ook de term autopoiesis. In het Grieks is autos=zelf en poiein=maken. Wij maken ons zelf voortdurend. Wij zijn biologische wezens en alles wat er met en in ons gebeurt, moet ook biologisch mogelijk zijn, het moet er in potentie in zitten, want anders kan het zich niet realiseren. Dat er zoveel mogelijk is komt door de plasticiteit van onze hersenen. Anders dan bij dieren hebben wij minder aangeboren gedrag en zijn wij veel beter in staat tot aanpassen. Dat wil overigens niet zeggen dat wij geen aangeboren gedrag hebben. Elementen als de vlucht- en vechtrespons horen daar zeker toe en die spelen ons dan ook in conflicten vaak parten. Iedereen zal het meegemaakt hebben dat in een conflictsituatie als het ware het lichaam het overnam en een reactie genereerde die achteraf misschien niet helemaal gelukkig kan worden genoemd. Dat is ook logisch, want oog in oog met een hongerige tijger is het niet mogelijk om eerst eens goed na te denken over de te volgen strategie: het is vluchten of vechten en dat moet in een oogwenk worden beslist. Dit lijkt ook de reden voor veel agressie in het verkeer. Het gaat allemaal razendsnel en nadenken is er vaak niet bij.

4.4. In een huwelijk of samenlevingsrelatie gaan de partners een koppeling aan en het is hun bedoeling dat deze koppeling stand houdt totdat de koppeling zijn natuurlijke einde vindt bij het overlijden. In de koppeling vinden tal van ervaringen, dus leerprocessen plaats van de vroege ochtend tot de late avond. Het huwelijk is in de praktijk een van de meest intensief beleefde vormen van koppeling zoals die in de theorie van autopoiesis kan worden beschreven. Dit geldt des te meer, omdat deze koppeling ook nog eens met een sterke emotionele lading is omgeven. Dit betekent dat er ook enorme verwachtingen zijn, niet alleen over de ander, maar ook over zichzelf. Maar na de dag van de trouwerij, een groots feest, zet de werkelijkheid van alle dag in en die is weerbarstig. Het is deze weerbarstige werkelijkheid die in het licht van de theorie van autopoiesis duidelijk kan maken wat er in het scheidingsconflict aan de hand is.

4.5. Het conflict is dus een situatie waarin een individu voor de impulsen kennelijk geen adequate compensatie kan geven. In de structuur is een “leemte” [29] die het individu in het conflict doet stappen. Het is immers niet nodig om dat te doen. Dezelfde conflictstof (impuls) hoeft voor een ander individu, met een andere structuur, geen enkele aanleiding te zijn voor het aangaan van een conflict. Iedere mediator weet dat in een rollenspel het materiaal door iedere deelnemer geheel anders wordt verwerkt, met als gevolg dat in één rollenspel het conflict telkens op een andere manier verloopt en eindigt. De reden hiervoor is de staat van de structuur van de deelnemers. De vraag rijst nu of dit tekort kan worden aangegeven in de vorm van een definieerbaar gebied van kennis. Ik meen dat dit mogelijk is.

4.6. Om dit duidelijk te maken geef ik eerst een voorbeeld. Stel dat de -tigste trouwdag nadert. De man zit echter met een moeilijke situatie op zijn werk en wordt daardoor volledig in beslag genomen. Zij heeft er ook niets over gezegd en op de betreffende dag is zij in blijde afwachting van zijn gelukwens en omhelzing, maar wat doet hij, niets, helemaal niets. Zij voelt zich ondergewaardeerd, gekwetst, als persoon genegeerd. Wie dat overkomt is gekrenkt in zijn trots, in wie hij/zij is, in het beeld van zichzelf.

Ik geef een ander voorbeeld. De man heeft op zijn werk een andere functie gekregen met een hoger salaris. Hij komt blij thuis en vertelt uitgebreid wat hij allemaal gedaan heeft en hoe goed hij zich erbij voelt. Haar reactie is een koud: “Het werd tijd ook!” en zij gaat verder over de wasmachine die nodig vervangen moet worden. Hoe voelt hij zich? Mogelijk op dezelfde wijze niet gewaardeerd in wie hij is en wat hij doet voor hun gezamenlijke onderneming, namelijk hun huwelijk of samenleving.

Gottman vertelt het waargebeurde verhaal van een arts die zo in beslag genomen werd door zijn werk in het ziekenhuis en zo vaak afwezig was thuis dat zijn vrouw zich genoodzaakt zag met kerstmis hem te verrassen door met de kinderen en een picknickmand in het ziekenhuis te verschijnen. Hij werd enorm boos, maar toen tegelijkertijd een spoedtelefoontje kwam over een patiënt was hij vol begrip en mededogen. Zijn vrouw zag daarin dat hij er wel toe in staat was, iets dat ze eerst niet meer geloofde. Ook hij zag naderhand het absurde van zijn gedrag ik en Gottman verhaalt dat het, met wat hulp van buiten goed kwam. [30]

In deze voorbeelden is het duidelijk dat het ervan afhangt of er nog een positieve gevoelsachtergrond is, of in de woorden van Buber of (er nog een restant van) de Ik-Jij relatie bestaat. Is dat er niet meer en is die ook niet meer terug te halen, dan ziet het er somber uit.

Een man die zijn trouwdag vergeet krijgt zelfs bij zijn vrienden daar geen handen voor op elkaar. Een vrouw die over de promotie van haar man heen walst, wordt zelfs door haar vriendinnen gebrek aan tact verweten. De gebruikelijk reactie in een dergelijk geval is dus de uitspraak van het verwijt: door wat de ander heeft gedaan, ben ik …………. en vult u maar in. Het is duidelijk dat deze vorm van slachtofferschap nergens op gebaseerd kan worden.

Hier kom ik tot een belangrijk punt. Dit is naar de vraag van autonomie. Die vraag luidt: hoe autonoom bent u, als u zegt dat u door de handeling (of vergeten) van de ander in de stress schiet. Is dat nodig om te doen? Hoe begrijpelijk de reactie ook is in de ogen van alle omstanders, deze vraag blijft overeind: Is het nodig om het zo te doen? Het antwoord is altijd: Nee! Het is een keuze. [31] Dat het antwoord altijd, zonder een enkele uitzondering ontkennend is, behoeft wellicht toelichting. Ik geef daarvoor een voorbeeld. Als u in het verkeer op een rotmanier gesneden wordt is de begrijpelijke reactie die van schrik en daarna boosheid soms zelfs agressie. Maar helpt dat? Over het algemeen niet en een agressieve reactie is zelfs gevaarlijk. Bovendien getuigt het van weinig autonomie als er geen keuze lijkt te zijn in de reactie. Een ander voorbeeld is dat als een kind bijna een ongeluk krijgt de moeder vaak heel boos wordt, terwijl als er werkelijk wat gebeurt de reactie héél anders is. Wij lijken soms geprogrammeerd voor bepaalde reacties, maar dat zijn niet anders dan aangeleerde reacties die niet zo hoeven te zijn. Wie in het verkeer wordt gesneden kán denken dat die man of vrouw kennelijk veel haast heeft of naar zijn/haar zieke moeder op weg is. Daarmee verdwijnt de boosheid. De schrik blijft, maar de negatieve reactie hoeft u niet te hebben.

Dit is soms lastig. Het kan lijken dat die keuze er niet is Dat is bijvoorbeeld in de gevallen dat iemand vindt dat hij dit of dat niet over zijn kant kan laten gaan, of denkt: “Wat zullen ze wel denken of zeggen?”, vergetend dat “ze” over het algemeen niets zeggen of denken. Het is alleen maar ons eigen beeld van onszelf dat ons opscheept met dergelijke gedachten. Als iemand vindt dat hij iets niet over zijn kant kan laten gaan, is hij eigenlijk bezig om een fictieve noodzakelijkheid in te vullen. Hij hóeft het immers niet zo te doen. Het kan anders, maar “anders” is vaak met oordeel over zichzelf vermengd en door de ogenblikkelijke emotionele reactie al heel snel buiten beeld. Iedereen is het wel overkomen dat hij een emotionele ogenblikkelijke reactie kreeg en daarop handelde, terwijl hij al wist op het moment dat hij het deed hij het zo niet moest doen of later spijt zou krijgen. En toch gebeurt het zo!

Het moet nu duidelijk zijn dat als er iets gezegd wordt of als er iets gebeurd waarop u met emotie reageert, dat wil zeggen dat het bij u een reactie teweeg brengt, dit niets zegt over wat er gezegd wordt, of wat er gebeurt, maar uitsluitend over hoe u in elkaar zit, ofwel hoe de stand van uw structuur is.

Alles bijeen nemend is de onontkoombare conclusie dat een conflict niets zegt over de conflictstof, maar uitsluitend iets over degenen die in het conflict betrokken zijn. De conflictstof is weliswaar de aanleiding, maar is verder irrelevant.

4.7. Uit de voorbeelden blijkt dat er in het conflict vaak sprake is van onderwaardering, gekrenkte trots, woede, angst en dergelijke. Mijn idee over het conflict is dat in elk conflict iedere partij, overigens vaak geheel anders, als gevolg van zijn structuur, is gekoppeld aan het conflict op grond van deze negatieve elementen. Toen ik daarna bij mijzelf, maar ook bij anderen, voorzover dat mogelijk was, probeerde na te gaan wat nu eigenlijk speelde in de conflicten, kwam ik tot de conclusie dat het altijd gaat om zo’n element. Ik noem ze bij gebrek aan een betere benaming maar de grote menselijke gebreken: [32] trots, afgunst, overdaad, lust, boosheid, hebzucht en luiheid. Het gaat er niet zozeer om dat deze reeks alles omvat of een beperking van menselijke gebreken oplevert. In het enneagram bijvoorbeeld worden er nog twee genoemd, namelijk bedrog en angst. [33] Persoonlijk is mij gebleken dat bijvoorbeeld ook schaamte een sterk mechanisme is. Het is mij erom te doen duidelijk te maken dat eigenschappen worden aangeduid als menselijke gebreken, kunnen worden geïdentificeerd als elementen die het gedrag bepalend beïnvloeden. [34]

Om dit verder zichtbaar te maken geef ik nog een (waar gebeurd) voorbeeld. Twee buurmannen hebben ruzie gekregen over een afscheiding. Zij hebben deze voor gemeenschappelijke rekening laten bouwen, de een (A) heeft het geregeld en heeft ook meer voorgeschoten en wil graag afrekenen. Omdat niet alles helemaal naar wens gelopen is weigert de buurman (B) te betalen. A vindt B een gierigaard. Enige tijd later krijgen zij staande op de oprit een ruzie die hoog oploopt. Een kind van buurman B, dat alles gehoord heeft, spreekt even daarna A aan met de woorden: “Mijn papa is nooit zo hoor en hij noemt u koning-buurman”. Hier blijkt enigszins hoe buurman B in het conflict stond. Hij ziet A als iemand die zegt hoe het moet en voelt zich waarschijnlijk ook nog gemanipuleerd. De reden voor het conflict is in het geheel niet de conflictstof. Hieruit blijkt duidelijk dat de beide partijen ieder een volstrekt eigen reden hadden om het conflict in te gaan. Of anders, de koppeling van beiden in dezelfde conflictstof aan een van de menselijke gebreken is volkomen verschillend, maar ze hebben voor de buitenwereld wel één conflict. Ik meen dat met dit voorbeeld duidelijk gemaakt kan worden dat een conflict in uitsluitend bestaat binnen de persoon van ieder van de conflictpartijen. Het persoonlijke conflict, bestaande in de koppeling is in wezen de oorzaak van het ontstaan van de onderlinge strijd. Was die koppeling er niet geweest, dan was het conflict ofwel niet ontstaan, ofwel was nooit zo geëscaleerd.

Ik betoog dat in het conflict via de conflictstof altijd een koppeling bestaat aan een van de grote menselijke gebreken. Vanaf dat moment wordt de omgeving uitsluitend nog waargenomen in het licht van het betreffende leemte en alles richt zich erop om deze waarneming waar te maken en in stand te houden. Het houdt in dat alles wat de ander doet zal worden geïnterpreteerd als bevestigend voor de eigen visie en dat elementen die niet bevestigend zijn niet worden gezien of als uitzondering terzijde worden gezet.

Om tot een oplossing te raken is er dus iets nodig om deze perceptie te doorbreken. Hier zit de crux van mijn hele verhaal. De oplossing zit in het besef dat de perceptie onjuist kan zijn. Dit is heel lastig, omdat de perceptie er juist op gericht is, geheel onbewust, de waarneming te bevestigen. De oplossing ligt in simpele logica. Ieder mens is in zijn structuur volstrekt uniek. Dit houdt tevens in dat de verwerking van een impuls ook volstrekt uniek is. De binnen de structuur met de impuls gecreëerde informatie is dus per definitie subjectief. De wetenschap van de absolute subjectiviteit van de waarneming dwingt tot de conclusie dat zij de waarheid niet kán zijn. Wie ervan overtuigd is het juist te zien, begaat zo dus “de zonde van de zekerheid”. [36]

Lees verder…